We dansen in een cirkel met in het midden (dat symbool staat voor onze eigen kern) een kaars, een bloem, een voorwerp dat voor één of meerdere dansers belangrijk is op dat moment. Het zijn choreo's die door iedereen kunnen gedanst worden, waar geen fouten kunnen gemaakt worden, en waar ieder elkaars gelijke is. Sommige dansen zijn ingetogen, andere dan weer uitbundig, sommige hebben de vorm van een mandala als je de dansers vanuit de lucht zou bekijken. Er wordt gedanst op klassieke muziek (bv. Pachelbel), folkloristische muziek, en eigentijdse muziek (bv Enya)
De muziek is zeer bewust gekozen omdat het stukken zijn die alleen al door hun trillingen helend inwerken op de dansers. Doordat de arm- en voetbewegingen vrij simpel zijn, kunnen ze gemakkelijk aangeleerd worden. En doordat ze repetitief zijn, kan men de aandacht meer naar binnen richten en word je stil van geest en ben je in het nu. Daar ligt de meditatieve kracht van sacraal dansen. Vrij snel voel je de energieën door je lichaam stromen, door bepaalde bewegingen worden de chakra's geopend, en wordt de verbinding tussen jezelf en al wat is gemaakt. Een gebaar is meer dan een simpele beweging: ieder gebaar is magisch en vol symboliek en heeft het vermogen in te werken op alle subtiele niveau's. En uiteraard ontstaat er door op deze manier te dansen een verbondenheid tussen de dansers.