
17/07/2025
Inspiratie wortelen
Er was een ongekende tederheid die bij wijze van spreken tot mijn toegenomen haarpunten aan toe voelbaar was. Het voelend weten dat een menske in mijn baarmoeder groeide stemde mij zacht lichamelijk. Ik werd bewust van vertraging als wijsheid. Wijsheid waar ik geen helder te kaderen training of theorie in kon aanwijzen en die bovendien geen uitzonderlijk begaafde auteur, maar emergentie als begeleiding kende. Een latente wijsheid – wijze van zijn – groeide zonder geplande moeite: de inleiding was al miljarden jaren gaande.
Overgave, presentie en gratie waren geen gepolijste deugden, maar klinkklare instincten. Een groeiproces dat onvermijdelijk congruent was met mijn essentie, wat dan ook angst kon inboezemen als ik meende de logica ervan geestelijk te kunnen bedwingen. Help, waar gaat dit naartoe, hoe diep gaat déze liefde, hoe groot is de kwetsbaarheid die hier vormvat, welke intensiteit van leven barst straks los en raak ik dít dan kwijt?
Juist in de periode voorafgaand, tijdens en na de zwangerschap schreef ik vloeiende, lyrische stukken die later de geboorte van Intens Mens in zich bleken te dragen.
De roes die de lyriek ook voortbracht was intens, maar niet per se hyper. Het was niet zozeer gerichte verbeelding als wel nimmer te weten mysterie als inspiratie. Ik kon niet bij elk ochtendlijk ontwaken in mijn buik kijken en daar het bewijs van het allermooiste menske van de wereld aanschouwen, maar leefde wel per ommegaande in mijn onderbuik meer dan in een zelfbeeld of imago - en de schoonheid was evident.
Zien in het donker, weten middels evenwichtige, niet gewichtige introversie.
Een teder soort responsiviteit die de hemelse breedte van wijdverspreid, geworteld en divers leven om mij heen spiegelde. De zwangerschap ervoer ik als een gift die geen definitie of kenmerkend onderscheid van begaafdheid evenaren zou. Wat er begaafd was aan dit groeiproces, dat was het eerlijke, ervaringsgerichte, niet door mij gedirigeerde leerproces.
Deze beleving van inspiratie was dan ook anders dan de inspiratie die ik heb leren aanwenden als nood om gezien te worden. Alsof ik zonder deze inspiratie niet zou leven – alsof ik méér moest inademen dan uitademen, om te kunnen overleven. Inspiratie als hyperventilatie. Het was ook anders dan de inspiratie die in dienst is komen te staan van de op licht terende schaduwkanten: het weliswaar veelal onbewust verbloemen dat ook ik verlang gekend te worden als gewoon, krenkbaar, lief, nerveus en dolend mens. Deze inspiratie is vastgezet verdriet dat zichzelf met een grote, schijnbaar dienende glimlach afwijst – we voelen de pijn en meelachen voelt wellicht vervreemdend al is dat lang niet altijd tot de bron te herleiden (want we synchroniseren emotioneel veelal, óok in incongruentie).
Hoe veranker ik de beweging ‘naar boven’, het gevoel geroepen te worden tot expressie, creatie en delen met het woordeloze instinct dat van binnenuit zwanger is aan zin, zonder aanzien of opgejaagde wasdom? Hoe zijn we zo-gesteld begaafd zonder daarmee de voorwaarden en gestereotypeerde identiteiten te claimen die een verlangen naar onvoorwaardelijke liefde en ongebreidelde eigenheid vertroebelen?
Gewoon, mens zijn. Niet nódig, geen praatje als plaatje, intensiteit van ervaring niet met de waarheid van verbinding verwisselen, gevoelens van afwijzing niet omzeilen, plezier niet inwisselen voor macht en de geconditioneerde normen tot aan het leven intrinsieke waarden omkeren:
Inspiratie brengt geen zelf, maar iets anders, iets ongekends, iets mysterieus tot leven. De gedeelde ervaring is wellicht bescheiden dankbaarheid, de extase is verwondering, guitig gemak, bevriende stilte of wakkergeschuddende verwarring. De leegte die zich nadien toont is een geestelijk eerbetoon aan al het andere dat jouw werk in beweging bracht.
Hoe zijn we sámen begaafd? Hoe weven we onze begaafdheden tezamen tot een emergente wijsheid die het leven op spirituele, organische en contextueel diverse wijze eert en reflecteert? Hoe zijn we 'alleen samen' een begaafd wezen? Zodoende leven we begaafdheid niet als een potentieel ongekende emotionele verstrengeling (we snakken gelijkgestemdheid, ervaren eenzaamheid wellicht als spirituele thuisbasis), we herontdekken begaafdheid als een weefkunst die we energetisch gezien altijd samen met al het andere leven om ons heen belichamen.
Er leeft momenteel iets in mijn buik dat begrenzing nodig heeft om - badderend in geduld en evenzo in ontembare groei - haar eigen weg naar buiten te vinden.
Deze begrenzing is ook de creatie van een dragende structuur, het bij één brengen van de creaties van de afgelopen vier jaar, de integratie van de dieperlevende thema’s in de creaties en het experimenteren en uitdiepen van de, zo blijkt nu weer, lyrische stem die de mijne wel en niet is...
gezien haar oorsprong ongedwongen stilte is, de vertakking van mijn leven buiten mijn bewustzijn om. En onvermijdelijk: de geboortepijnen.
Laten we onze perceptie van begaafdheid uitdiepen, verbreden en ophogen tot de feitelijke verwevenheid van leven. Laten we begaafdheid ook als een zwangerschap durven zien en ontdekken. Zodoende de bijkomende geboortegolven met respect de ruimte, vertraging of versnelde opening te bieden die organisch klopt. Zodat we eerlijk floreren en vol in het raakbare leven staan, ook als we schijnbaar stilstaan of ruig gefrustreerd briezen. Een leven dat includeert, niet gretig domineert, maar vrijelijk en wederkerig...
inspireert, verwevend individueert,
diermenselijk humaniseert.
Foto: Karlijn Goossens via https://benphotography.online/