11/09/2025
Het vliegseizoen voor postduiven is een intensieve periode voor de duiven en de duivenhouder. Na de laatste wedvlucht komt een periode van rust die misschien wel goed is voor de duiven, maar dat wil niet zeggen dat ook de duivenhouder nu ook zijn rust kan nemen. Het is zaak zijn duiven op een goede manier door de rui te krijgen. Fysiologisch is de rui een ingrijpende periode voor de duif. Ruien doen de duiven gedurende het gehele jaar, maar in het najaar valt de zogenaamde ‘grote rui’ in en dan wordt in een betrekkelijk korte tijd bijna het gehele verenpak gewisseld. De rondvliegende pluimen maken het schoonmaken van het hok er niet prettiger op, maar bedenk dat dit maar van tijdelijke duur is. Zie het als de aanloop naar een nieuw seizoen. De duiven zien er vaak niet uit, maar eenmaal door de rui zijn het weer ‘plaatjes’ en beloftes voor een nieuw seizoen. De duivenhouder kan via verschillende manieren invloed uitoefenen op de rui.
Veren en de rui
Veren groeien uit de huid vanuit veerfollikels die te vergelijken zijn met haren die bij de mens uit een haarzakje groeien. De follikels bevatten kleine spieren waarmee de duif zijn veren kan opzetten. Een veer bestaat uit een schacht en een vlag, het onderste deel van de schacht is hol en wordt spoel of steel genoemd. De schacht zit vast in de veerfollikel. Veren bestaan hoofdzakelijk uit keratine en keratine is bestand tegen eiwitvernietigende enzymen. Daardoor is de levensduur van een veer, die verder niet gevoed wordt en alleen uit dood materiaal bestaat en een jaar meegaat, redelijk lang. Om de belangrijke functies van het verenpak zoals een goede warmteregulatie en vliegprestaties in stand te houden is een jaarlijkse vernieuwing van de veren echter noodzakelijk. Allerlei weersinvloeden tasten de kwaliteit van de veren door het jaar heen langzaam aan en medicijnen kunnen een slechte invloed op de nieuwe veren hebben en ook zien we door het jaar heen ook nog wel eens gebroken pennen door mechanische oorzaken en het is van belang voor de vliegprestaties dat deze ook vervangen worden. We onderscheiden verschillende soorten veren.
Grote veren
De grootste veren worden onderverdeel naar de plaats waar ze zich op het lichaam bevinden, de slagpennen aan de vleugel (10 of 11), de broekpennen (10 tot 12) aan de voorvleugel of onderarm en 12 staartpennen.
Vleugeldekveren
De vleugeldekveren bedekken het onderste en bovenste gedeelte van de slag- en broekpennen.
Lichaamscontourveren
De lichaamscontourveren bedekken de rest van het lichaam van de duif. Deze zijn niet gelijkmatig over het gehele lichaam verdeeld, maar zijn ingeplant in zogenaamde veervelden. Deze veervelden zijn zo gelegen dat de gewrichten zonder belemmering kunnen werken. Onder de contourveren hebben de duiven zogenaamd poederdons waarbij tijdens de groei de baardjes telkens afbreken en het veerpoeder ontstaat. Het veerpoeder vormt over de contourveren een waterafstotende laag.
Donsveren
Donsveertje komen over het gehele lichaam voor, het zijn weinig ontwikkelde veertjes. Als de duiven ziek zijn zien we soms dat de donsveertjes zich niet ontplooien en harde stompjes worden. Donsveertjes ruien het gehele jaar door. Als de donsrui (tijdelijk) stopt is er iets met de duif mis. De duif kan ziek zijn, maar ook kan een zware inspanning hiervoor verantwoordelijk zijn.
Verzorging tijdens de rui
Er worden vaak allerlei middelen aangeprezen om de rui te bevorderen.
Dat heeft een groot nadeel dat als de rui versneld wordt er ook versneld de bouwstenen voor de nieuwe veren moet worden aangemaakt.
Beter is de duif haar eigen tempo te laten volgen.
Maar gezonde duiven die in de periode van rust weinig extra stress kennen en gewoon goed voer krijgen behoeven maar weinig extra’s tijdens de rui. Er is geen enkel probleem om een goed gevarieerde vliegmengeling te blijven voeren tijdens de rui. Het verdient wel aanbeveling dit wat te mengen met snoepzaad met extra lijnzaad en een klein handje hennep en gepelde zonnebloempitten. Deze laatste zaden leveren extra eiwitten die noodzakelijk zijn bij de ontwikkeling van nieuwe veren. Natuurlijk mogen (steeds vers) grit en mineralen niet te ontbreken. De mineralen kunnen beter niet verstrekt worden in een apart potje. Beter is het om het voer wat aan te lengen met plantaardige olie en daar de mineralen door te mengen. Tweemaal per week is voldoende. Voor de olie kan men Paloma Brown of Paloma Yellow gebruiken.
2dagen per week Paloma Vital op voer of in het water zorgt voor voldoende vitaminen.
Andere toevoegingen op het menu zoals wekelijks 3 dagen Paloma Blue in het water en wat groenvoer of andere variaties zijn prima.
Verder de duiven gewoon uitlaten. Langdurig vliegen is helemaal niet (meer) van belang. Kort vliegen en een beetje rondscharrelen rond het hok is ook prima. Zorg en wel voor dat er vaak een bad klaarstaat. Tijdens de vliegperiode is de behoefte aan baden ook aanwezig, maar tijdens de rui baden de duiven frequenter. Aan deze behoefte moeten we tegemoet komen door steeds een bad beschikbaar te stellen