22/07/2025
OVERWEG KUNNEN MET andere KINDEREN IS NIET HET GEVOLG VAN CONTACT MET LEEFTIJDSGENOTEN
Veel ouders hebben de neiging om hun kinderen al vroeg te laten kennis maken met de wereld van de leeftijdsgenoten.
Zelfs ouders wier instinct hen aanmoedigt om hun kinderen nog niet los te laten, merken dat ze door familie of vrienden of opvoedkundige experts enorm onder druk gezet worden “om de teugels te laten vieren”.
Bijna iedereen denkt dat kinderen zo vroeg mogelijk met leeftijdsgenoten moeten omgaan, zodat ze leren om rekening te houden met anderen en om zich aan te passen.
Veel ouders gaan op zoek naar een peuterspeelzaal voor hun kind. Tegen de tijd dat hun kind naar de kleuterschool gaat, wordt het regelen van speelafspraakjes vaak een ware obsessie.
“ Leren hoe je een vriendje moet worden van andere kinderen, is het allerbelangrijkste.
Dat moet je leren voordat je op school begint.”, is een bekende opmerking die ik uit de mond van veel ouders van peuters heb mogen horen.
Een peuterjuf vertelde me ooit: “ De hele basis van de peuterschool is om kinderen sociale vaardigheden bij te brengen .
Als kinderen nog geen vriendjes hebben tegen de tijd dat ze naar de kleuterschool gaan, komen ze later in de problemen , niet alleen op sociaal vlak maar ook wat betreft zelfvertrouwen en leervermogen.”
Hoe minder een kind in staat is om mee te doen, hoe groter de kans dat de interactie met leeftijdsgenoten wordt voorgeschreven als oplossing.
In onze maatschappij doen veel ouders en docenten er alles aan om hun kinderen en leerlingen met elkaar te laten omgaan.
Algemeen wordt aangenomen dat omgaan met elkaar leidt tot socialisatie: het vermogen om op een vaardige en rijpe manier met andere mensen overweg te kunnen. ER IS GEEN BEWIJS VOOR DEZE VERONDERSTELLING, die evenwel heel populair is.
Als omgaan met leeftijdgenoten leidt tot goed met elkaar overweg kunnen en verantwoordelijke leden van de maatschappij voortbrengt, dan zou de omgang beter moeten zijn naarmate een kind meer tijd met leeftijdsgenoten doorbrengt. De werkelijkheid is anders: hoe meer kinderen met elkaar omgaan , hoe geringer de kans dat ze met elkaar overweg kunnen en dat ze in een beschaafde samenleving passen.
Als we de socialisatieveronderstellingen tot in het extreme doortrekken - naar kinderen in weeshuizen, straatkinderen, kinderen die lid zijn van bendes- wordt de denkfout duidelijk.
Als sociale omgang de sleutel was tot socialisatie, zouden bendeleden en straatkinderen voorbeeldige burgers zijn.
…
…
Sociale integratie betekent veel meer dan ergens bij horen of met iemand overweg kunnen.
Voor ware sociale integratie moeten we niet alleen omgaan met anderen, maar dat op zo’n manier doen dat we onze eigenheid of identiteit niet verliezen.
Sociale omgang speelt zeker een rol bij het tewerkstelligen van ware socialisatie bij het kind maar alleen als kers op de taart. Het kind moet bij de omgang met anderen op de eerste plaats de eigen identiteit kunnen behouden en moet de anderen als afzonderlijke persoon beschouwen.
Dat is een hele opgave, zelfs voor volwassenen.
Als een kind weet wat het zelf wil en begrip heeft voor het afwijkende denken van anderen, dan - en alleen dan- is het klaar om de eigen identiteit vast te houden en die van de ander te respecteren.
…
…
Ik kan me voorstellen dat veel lezers nu denken: “ Maar het is toch belangrijk om met anderen te leren omgaan?”
Ik zeg niet dat omgaan met anderen geen voordeel biedt, maar wel dat als we het de hoogste prioriteit geven , we het paard achter de wagen spannen. Door het met elkaar overweg kunnen tot belangrijkste agendapunt voor onvolwassen personen te bestempelen, dwingen we hen in feite tot patronen van volgzaamheid, imitatie en comformisme.
…
…
Als we echt in harmonie leefden met het ontwikkelingsontwerp, zouden we er ons niet druk over maken of onze kinderen wel met andere kinderen overweg konden. We zouden er meer waarde aan hechten dat kinderen hun eigen identiteit niet zouden verloochenen bij de omgang met anderen. Alle sociale omgang in de wereld kan een kind zoiets niet bijbrengen.
Alleen EEN KANSRIJKE RELATIE MET ZORGZAME VOLWASSENEN KAN LEIDEN TOT WARE ONAFHANKELIJKHEID EN INDIVIDUALITEIT, eigenschappen die we als ouders graag in onze kinderen zien. Alleen binnen die context kan de volledig ontwikkelde persoonlijkheid zich ontplooien, een persoon die zichzelf kan respecteren en de identiteit van anderen kan waarderen.
( Uit het boek “Laat je kind niet los.)