
08/07/2024
Ik ben echt een vreselijk avondmens.
Vreselijk, omdat dat wil zeggen dat ik echt een ochtendhumeurmens ben. Voor we kinderen hadden viel me dat zo niet op. Toen deed ik regelmatig ‘de vroege shift’ op mijn toenmalig werk, maar met de nodige cafeïne en stressgerelateerde adrenaline beet ik me doorheen de dag (om dan om 15u30 een middaguiltje te knappen, uiteraard). En de andere dagen compenseerden dan – ook uiteraard – ruimschoots voor die vroege-vogel-dagen. Ook nu kan ik onder de druk van de schoolbel en mijn eigen afspraken mijn ochtendhumeur redelijk goed weg stressen. Maar op dagen dat er geen kloktijd of geplande activiteit is die me de nodige dosis hormonen kan bezorgen om andere gevoelens te onderdrukken, voel ik het zó hard. Een vreselijk verveeld, vermoeid, geïrriteerd gevoel, dat vaak pas tegen de late namiddag een beetje optrekt en er in ruil eindelijk een eerste shotje energie geïnjecteerd wordt.
Het moest niet zo erg zijn of niet zo’n vaart lopen moesten we gezegend zijn met avondmens-kinderen die al vanop jonge leeftijd slapen tot een uur of acht, negen misschien. Maar uiteraard krijg je dan zo’n ochtendmens-kind. Steeds vroeg op, rond de zessen, vol energie. Het later in bed stoppen heeft compleet geen zin, zelfs integendeel. Geloof me, je krijgt dat verdomde ochtendritme er met geen enkel trucje uit gestampt! Het kind dat ons meetrekt en forceert in zijn ochtendritme, het kind dat al vanaf een ontiegelijk vroeg uur een breed scala aan geluiden uit zijn keel kan trekken, het kind dat uit een onnoemelijke intensiteit kan putten in al zijn bewegingen en emoties,… Met alle gevolgen vandien, ha, want de vreselijke avondmens-moeder-die-door-hem-geen-avondmens-kan-zijn die híj dan weer moet verdragen is echt niet de aangenaamste in het gamma.
Dat gezegd zijnde, het is wel interessant om eens na te gaan op welk ritme jij meebeweegt in de dag, welke tijdsenergie (mocht dat een woord zijn) jij hebt. Tijdens mijn therapieopleiding kregen we twee dagen les van een gastdocente die psychiater is. Volgens mij een ochtendmens, want ze had vanaf minuut één erg veel energie en ging bijzonder snel, maar haar lessen waren ook bijzonder interessant. Ze had het onder andere over ochtend- en avondmensen. Er is effectief een andere werking in je brein, een andere cocktail aan neurotransmitters en hormonen die van kracht zijn. En wat blijkt volgens haar: ben je een avondmens, heb je een grotere aanleg voor depressie. Ben je een ochtendmens, heb je een grotere aanleg voor manie. Dan heb je ook nog de schommelaars. Over middagmensen heeft ze niet gesproken – die zijn te normaal, I guess.
In mijn therapeutenrol ben ik vaak nogal afwijzend naar de psycholoog in mij (ja hoor, een psycholoog en een therapeut zijn voor mij twee compleet andere rollen). Dan verlies ik het lichamelijk, (micro)biologische, chemische aspect van iemands geestelijke toestand uit het oog. Dan ben ik vooral bezig met gedachten, gevoelens, patronen. Maar gelukkig heb ik zelf een lijf. Met het lijfelijk voelen wat het met me doet om geen avondmens te kunnen zijn, zoals mijn ware aard eigenlijk is, komt dat aspect (zo vooral op zondag) recht in mijn gezicht gesmeten. En ondanks mijn avondlijke depressieve aanleg probeer ik daar bij deze dan verdomme het positieve van in te zien!
Danku, ochtendkind.