25/11/2025
Hoogbegaafdheid is geen rapport of modetrend. Het is een existentiële landschapstocht met vele kronkels, die al duizenden jaren wordt bewandeld.
Wie hoogbegaafdheid herleidt tot snelle sommen en blinkende punten, ziet slechts de buitenkant van een kathedraal… en mist het fluisterende orgel binnenin.
Hoogbegaafdheid gaat niet over méér weten, maar over anders zijn.
Over een geest die niet rust, maar cirkels tekent rond vragen als:
Wie ben ik? Waarom besta ik? Wat betekent waarheid? Wat voel jij als je naar me kijkt?
Vragen die niet ontstaan uit dramatiek, maar uit een diepmenselijke gevoeligheid en een scherp bewustzijn dat maar een handvol mensen werkelijk kan volgen — laat staan begrijpen.
Deze kinderen lopen niet sneller vooruit.
Ze lopen dieper naar binnen, wanneer ze voldoende ruimte krijgen hiertoe.
En precies daar wringt het schoentje —dure designerschoenen zou je denken, maar toch pijnlijk.
Zonder ontwikkelingsruimte, zonder herkenning, zonder gelijkgestemde zielen om zich aan te spiegelen, dooft hun vuur. Ze leren zich aanpassen, dimmen, kruipen… tot hun licht op spaarstand gaat. Niet uit gemak, maar uit eenzaamheid. Existentiële depressie komt al op jonge leeftijd voor.
Soortgenoten zijn geen luxe.
Ze zijn noodzakelijke zuurstof binnen de identiteitsontwikkeling.
Een hoogbegaafd kind heeft nood aan een ecosysteem waarin denken niet verdacht is, gevoeligheid niet overdreven lijkt en diepgang niet wordt afgedaan als lastig. Pas daar kan het zich ontvouwen tot wie het werkelijk is — niet als “slimste van de klas”, maar als mens met een rijke innerlijke wereld.
Hoogbegaafdheid vraagt dus geen versnelling, maar verfijning.
Geen competitie, maar resonantie.
En misschien — heel misschien — is dat precies wat ons onderwijs vandaag nodig heeft:
geen kinderen die beter presteren,
maar kinderen die dieper durven bestaan.
Want een ster die je dwingt in een TL-lamp,
zal vroeg of laat vergeten hoe ze moet stralen.
Johan