27/04/2025
Er zijn plekken in het lichaam waar verhalen wonen die nooit een stem kregen. Plekken waar onverwerkt rouw en verdriet huishoud. Waar schaamte verhardt.
Waar angst zich in spieren nestelt als een tweede huid.
Plekken die leren zwijgen omdat voelen ooit te gevaarlijk was.
De be**enbodem en je kaak.
Twee poorten.
Twee wachters.
Twee opslagplaatsen van alle emoties die niet mochten bestaan.
De be**enbodem draagt de echo’s van elke keer dat nabijheid onveilig was. Elke aanraking die niet klopte.
Elke emotie die werd uitgelachen, veroordeeld, genegeerd.
Elke keer dat het lichaam schreeuwde om bescherming maar in plaats daarvan moest bevriezen.
In het be**en wordt de eerste existentiële angst opgeslagen: de angst om te bestaan in een wereld die geen ruimte bood voor wie iemand werkelijk was.
Hier verzamelt zich de schaamte over het eigen lichaam, de verkramping van onvervulde verlangens,
de kramp van ingeslikte nee’s, de hunkering naar veiligheid die nooit helemaal kwam.
De spieren sluiten zich.
De organen verkleinen hun adem.
De seksuele energie ooit een bron van leven, van kracht, van creatie wordt ingekapseld, omgeleid, verdoofd. Verlangen wordt angst. Voelen wordt gevaar.
En dan is er de kaak.
De poort naar expressie.
De deur naar waarheid.
De plek waar alles wat niet gezegd mocht worden wordt vastgezet tussen tanden en tong.
De opgekropte woede.
De verzwegen grenzen.
De nooit uitgesproken verdrietige waarheden.
De kreten die werden ingeslikt om niet nog meer pijn te veroorzaken.
De glimlachen die geforceerd werden terwijl binnenin alles schreeuwde om erkenning.
In de kaak wonen de verzwegen verhalen.
De woorden die te groot, te pijnlijk, te gevaarlijk leken om ooit hardop te laten klinken.
Elke keer dat stilte veiliger was dan spreken,
werd de kaak een gevangenis.
Elke keer dat slikken makkelijker leek dan strijden voor ruimte, werd de tong een bezweerder van waarheid.
En zo groeit het lichaam op in strijd met zichzelf.
Wat niet kon worden geuit, wat niet kon worden gevoeld, zoekt een uitweg in andere vormen.
In blaasontstekingen, waar de ingeslikte woede een weg naar buiten brandt.
In nierproblemen, waar de angst de levenskracht uitput.
In leverziekten, waar ingehouden frustraties zich als gifstoffen opstapelen.
In darmklachten, waar niet-verteerde ervaringen blijven broeien.
In RSI, gewrichtsontstekingen, be**eninstabiliteit het lichaam dat zichzelf vasthoudt tegen het leven zelf.
Flight.
Fight.
Freeze.
Niet als bewuste keuzes, maar als automatische patronen die zich inschreven in het zenuwstelsel lang voordat er woorden voor waren.
Spieren die spannen voordat gevaar zich aankondigt.
Harten die zich terugtrekken voordat liefde kan landen.
Ademhalingen die oppervlakkig worden voordat verdriet zelfs maar de ruimte krijgt om te bestaan.
De be**enbodem die blijft vasthouden, zelfs wanneer aanraking veilig is. De kaak die blijft klemmen, zelfs wanneer spreken mogelijk is. Het lichaam dat veiligheid niet herkent omdat overleven de enige bekende staat van zijn werd.
En zo ontstaat er een leven van halve ademhalingen.
Halve waarheden.
Halve liefdes.
Halve verbindingen.
Omdat het lichaam nog steeds vecht tegen een oorlog die allang voorbij zou moeten zijn.
Heling vraagt niet alleen om het loslaten van fysieke spanning. Heling vraagt om het onder ogen zien van alles wat is opgeslagen in het vlees, in het bindweefsel,
in het bloed, in het geheugen van het lijf zelf.
Heling vraagt om het toestaan van woede die nooit heeft mogen schreeuwen. Om het dragen van angst die al te lang onderdrukt is. Om het ruimte geven aan verdriet dat zich heeft verhuld als onverschilligheid.
Om het doorademen van schaamte die het lichaam heeft doen krimpen.
Heling vraagt om het openen van de kaak, zelfs als de stem nog trilt van angst. Om het laten zakken van het be**en, zelfs als de buik vol is van oude, opgekropte rouw.
Het vraagt om het breken van het pantser. Het laten scheuren van de muren die ooit bescherming boden maar nu verstikken. Het vraagt om kwetsbaarheid waar ooit overleven stond. Om ademhaling waar ooit inslikken regeerde. En het is pijnlijk.
Want om vrij te worden, moet het lichaam eerst alles herbeleven wat het heeft opgesloten. Elke bevroren pijn en trauma. Elke ingehouden adem van angst. Elke verkrampte spiersamentrekking die ooit een poging tot redding was.
Maar daar, in die rauwheid, in die ongefilterde waarheid, ontstaat iets heiligs. Daar ontstaat ruimte.
Ruimte voor ademhaling die niet meer onderbroken wordt. Ruimte voor liefde die niet meer wordt geweerd.
Ruimte voor beweging die niet meer wordt gecontroleerd. Ruimte voor stemgeluid dat niet meer wordt gecensureerd. Ruimte om te zijn.
Want het lichaam herinnert zich altijd de weg naar heelheid, zelfs als het breekt voordat het geneest.
Zelfs als de eerste stappen op weg naar vrijheid voelen als vallen.
Heling is niet netjes.
Heling is geen lineair pad.
Heling is een braken van alles wat werd ingeslikt.
Een bevrijding van alles wat ooit werd weggestopt.
En het begint bij het erkennen:
dat de be**enbodem geen mechanisch probleem is,
dat de kaak geen toevallige spanning is, maar dat ze de plekken zijn waar het leven zelf heeft gewacht
op toestemming om weer te mogen stromen.
En alleen wie de moed vindt om daar te zakken,
in de rauwheid, in de pijn, in het ongepolijste, zal ontdekken dat onder al die lagen van opgeslagen pijn
de kracht al die tijd heeft gewoond.
De kracht om te voelen.
De kracht om te spreken.
De kracht om te leven.
De kracht om eindelijk vrij te zijn.
En lichaamswerk (BRTT, Breathwork, Transformatieve dearmouringmassage..) kan je hierbij helpen…
Stuur me een PB als je voelt dat het tijd is voor verandering…
Liefs,
Nathalie