26/08/2024
Mijn boek "Klinische Hypnose" als handboek voor professionals verscheen in 2022. Het boek dient als basis voor de hypnose opleiding bij VHYP en NVvH. Frans van der Lem schreef een mooie recensie over het boek voor het tijdschrift van de SPV...
Dr Nicole Ruysschaert
“KLINISCHE HYPNOSE; Exploratie en inspiratie”
Uitgeverij SATAS nv BRUSSEL
EAN 9782872932580 (2022)
288 pagina’s. Prijs € 37,--
Klinisch staat voor wetenschappelijk verantwoord. Op basis van uitgebreid onderzoek in de praktijk is de benadering effectief gebleken. Hypnose staat, als bijkomende methode, voor het mobiliseren van creativiteit bij zowel de hulpverlener als de patiënt. Het is een interactief proces. Er wordt rekening gehouden met de beperkingen van het rationele redeneren. Want vanuit die ratio, neigen we ons nogal eens blind te staren op voor de hand liggende oplossingen die in praktijk niet werken.
Hypnose kan gezien worden als een vorm van praktische filosofie. Als aanvulling op ons rationele denken, wordt de beleving geactiveerd. Daarmee verandert onze ervaring van de werkelijkheid.
Vervolgens blijken we veelal beter in staat onszelf en de ons omringende wereld te aanvaarden zonder voorafgaand rationeel verklaringsmodel. Dit inzicht sluit nauw aan bij schrijver-psychiater Frederik Willem van Eeden (1860-1932), een van de oprichters van de ISVW. Samen met voormalig huisarts Albert Willem van Renterghem (1845-1939) heeft Van Eeden een cruciale bijdrage geleverd aan de ontwikkeling en praktische toepassing van hypnose in Nederland.
Ruysschaert illustreert haar werkwijze met heldere voorbeelden in alledaags taalgebruik, liefst in bewoordingen van de patiënt zelf. Zij sluit daarbij nauw aan bij de ervaringswereld van de patiënt.
En stimuleert de patiënt om de beleving te versterken door doelbewust gebruik te maken van alle zintuigen. Patiënten ervaren zich - op een comfortabele manier - doelgericht geholpen.
De beschrijvingen en instructies zijn zo levensecht, dat ook de lezer in trance dreigt te geraken. En genoodzaakt blijkt het boek regelmatig weg te leggen.
De onderlinge samenwerking en het contact tussen hulpverlener en patiënt zijn daarbij uiterst relevant. Onder de noemer ‘hypnotische communicatie’ legt Ruysschaert uit, hoe aan die ‘afstemming’ in de praktijk uitvoering kan worden gegeven. Vooral hoe te vermijden, onbedoeld het tegenovergestelde te doen. In dat opzicht kan elke gezondheidswerker baat hebben bij dit boek. Maar voor de Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige (SPV) biedt het schrijven extra meerwaarde.
Het voortdurende ‘aansluiten en invoegen’ bij de ander komt sterk overeen met theoretisch instructies vanuit de Presentiebenadering. Inmiddels een hoofdstroming binnen de Sociale Psychiatrie. De adviezen van Ruysschaert bieden concrete handvatten hoe dat ‘aansluiten’ daadwerkelijk vorm te geven. De beschrijving van de ‘exploratie’ is inspirerend en illustratief. Ruysschaert waarschuwt daarbij terecht voor het risico van verdere ontregeling bij toepassing van hypnose bij patiënten die het contact met de werkelijkheid al deels zijn kwijtgeraakt. Met name dat zijn de patiënten van de SPV. Zij hebben juist meer structuur nodig om te voorkomen om onbedoeld te dissociëren.
Het ‘finetunen’ volgens de Ericksoniaanse principes biedt daarbij uiterst waardevolle aanvullingen. Die bieden zowel structuur, voegen in, blijven concreet bij de beleving en zijn oplossingsgericht.
Frans van der Lem