03/05/2025
“Als je iemand mist die nooit meer terugkomt”
Er zijn verliezen
die niet helen,
wat ze ook zeggen.
Ze worden geen littekens..
Ze blijven wonden,
waar je elke dag omheen leert leven.
Soms bonken ze.
Soms bloeden ze.
Soms lach je,
en breek je tegelijk.
Het gemis is rauw.
Zonder waarschuwingssignalen.
Een geur,
een liedje,
een woord,
en daar ben je weer,
tegen de grond.
Ze zeggen: “Je went eraan.”
Maar hoe wen je aan een leven
waarin iemand die je zó liefhad,
er nooit meer is?
Je praat tegen stilte,
en hoopt dat het iets terugfluistert.
Dat ze je horen.
Dat ze nog ergens zijn,
zonder pijn, zonder strijd.
Dat hun ziel nog weet
hoe diep jij ze mist.
Hoe vaak je ’s nachts
zachtjes huilt in je kussen
omdat de wereld doorgaat
maar jouw wereld stilstaat.
Je draagt hun naam
voor altijd in je hart.
Je herinnert hun handen,
hun ogen,
de manier waarop ze lachten
zoals niemand anders dat kon.
En je denkt:
zouden ze trots op me zijn?
Zien ze me nog?
Voelen ze hoe hard ik vecht?
Je wilt ze levend houden
in herinneringen die soms vervagen,
alsof je bang bent
dat je ook dat laatste beetje verliest.
Dus vertel je hun verhaal
telkens opnieuw.
Niet om jezelf te troosten,
maar om hen hier te houden.
In de lucht. In de liefde.
In jou.
Want echte liefde,
die sterft niet.
Die blijft in je adem wonen,
in het trillen van je stem
wanneer je zegt:
“Ik mis je “