17/11/2025
Dit schreef ik twee jaar geleden in mijn dagboek:
“Het is mijn machteloosheid om mijn dochter (D) te kunnen helpen, om mijn kleindochter (K) te troosten en tot rust te brengen. Mijn teleurstelling dat het me na al die jaren niet beter lukt dan toen D een baby was. Mijn gevoel te falen, er niet in te slagen om alles beter te maken voor iedereen. Teleurstelling in mezelf als moeder, ook al weet ik rationeel dat ik het goed heb gedaan. Of toch op de best mogelijke manier die ik kon.”
K raakte snel overweldigd, net zoals D als baby had gedaan. En daar stond ik dan weer, dertig jaar later, met diezelfde hulpeloosheid.
Maar enkele weken later schreef ik iets anders:
“Ik zag hoe rustig D bleef in de baby spa (terwijl K over haar toeren was), en ik leerde daaruit dat dat exact hetgeen is wat K nodig heeft: dat je rustig blijft terwijl zij met haar heftige emoties bij jou terecht kan. Ik heb geleerd om niet mee te panikeren met haar huilbuien, en dat doet wonderen.”
K had me nodig om gegrond te blijven terwijl zij het allemaal voelde. Om van binnenuit mijn rustige aanwezigheid te communiceren: “’t Is allemaal oké, schat.”
Gewoon. Dat. ‘t Komt wel goe. Ik ben er. Ge moogt dit allemaal voelen, en ge zijt veilig.
Dit is wat belichaamde veerkracht betekent. Niet alle antwoorden hebben, maar leren om met je zenuwstelsel in balans te blijven wanneer het leven overweldigend aanvoelt.
We moeten die gegronde rust eerst voor onszelf kunnen vasthouden. Anders kunnen we niet echt aanwezig zijn voor anderen. Dan maken we hun paniek of verdriet of stress gewoon erger.
Of het nu een huilende baby is, een worstelende collega, of jjijzelf in moeilijke momenten: meestal heb je iets heel eenvoudigs nodig.
Die eenvoudige bevestiging: ’t Komt wel goe, schat.