
29/03/2025
❤️
Ik ben nu 84 jaar oud. Ik heb een lang leven gehad: drie kinderen, acht kleinkinderen en één achterkleinkind. Maar tegenwoordig woon ik in een bescheiden kamer van 2 x 4 in een verzorgingshuis. Alles wat ik had: mijn huis, de tuin die ik verzorgde, de boekenplanken vol met favoriete verhalen, is weg.
Nu ruimt iemand anders mijn kamer op, bereidt mijn maaltijden en zorgt ervoor dat mijn gezondheid in de gaten wordt gehouden. Ze zijn aardig, maar ze zijn geen familie.
Ik mis de chaos van mijn jongere dagen: het geluid van mijn lachende kinderen, de manier waarop ze ruzie maakten en het goedmaakten, hun mijlpalen. Bezoekjes van familie zijn sporadisch. Eén dochter komt om de paar weken langs, een ander belt af en toe, en mijn zoon? Die heb ik al jaren niet meer gezien.
Vroeger bracht ik uren door met het bakken van bosbessenmuffins, het breien van sjaals of het verzorgen van mijn orchideeën. Nu zijn mijn handen te zwak voor zulke taken. In plaats daarvan doe ik kruiswoordraadsels, die een kleine afleiding vormen van de sluimerende stilte.
Ik doe hier mee aan groepsactiviteiten, zoals bingo of kunsttherapie, en ik probeer anderen die minder goed ter been zijn een handje te helpen. Maar ik heb geleerd om niet te gehecht te raken: mensen vertrekken, soms zonder waarschuwing.
Ze zeggen dat de levensverwachting steeds verder stijgt. Maar waarvoor?
Als ik alleen ben, blader ik door een klein fotoalbum dat ik heb meegenomen. Het staat vol met herinneringen aan verjaardagen, vakanties en luie middagen op de veranda. Deze kiekjes herinneren me eraan hoe het leven ooit was.
Ik hoop dat jongere generaties zich realiseren hoe belangrijk familie is: niet alleen om kinderen op te voeden, maar ook om te koesteren en te zorgen voor degenen die hen hebben opgevoed.
"Zorgen voor degenen die voor ons hebben gezorgd, is een voorrecht, geen last."