06/01/2020
Nieuwjaarsbegroeting in de Zamenhof, een verslag
Afgelopen zondag 5 januari kwamen we met ruim dertig mensen bij elkaar in de Zamenhof om het nieuwe jaar spiritueel te openen. Het werd een prachtige ontmoeting, met bezinning, bekrachtigt door een kaarsjesritueel en een daverende slag op de gong door de jongste aanwezige.
Oud en nieuw, een bijna vanzelfsprekend moment van bezinning. Na 12 gongslagen is het ineens een nieuw en ander jaar. We staan om middernacht een moment stil bij de tijd en het verstrijken ervan. We blikken terug en kijken vooruit. In terugblikken wordt het verstrijken van de tijd gevat in lijsten met overledenen van dat jaar. Hierdoor worden we ook bewust van de eindigheid van het bestaan. Dat brengt ons bij de nieuwe plannen voor het komende jaar, de goede voornemens, de concrete acties, liefst nog voor het te laat is en het jaar alweer voorbij is gegaan. In dit licht bekeken deed het mij denken aan een uitspraak uit de Islam, “vijf voor vijf”. Dit gaat over vijf dingen die je moet benutten voordat ze voorbij zijn, vijf mogelijkheden die je kunt aangrijpen zolang het nog kan: benut je jeugd voor je ouderdom, je gezondheid voordat je ziek wordt, je rijkdom voor je arm wordt, je vrije tijd voor je gaat werken en je leven voor de dood. In het Boeddhisme beschrijven ze dit voorbij gaan, deze tijdelijkheid met de term ‘anicca’. Vergankelijkheid is één van de kenmerken van het bestaan. Eén van de dingen die we zeker weten in het leven is dat alles verandert. In onze Westerse cultuur kennen we de uitspraak ‘Panta rhei’, alles stroomt, een filosofische gedachte die wordt toegeschreven aan de Griekse filosoof Heraclitus.
Oud en nieuw dus, met de kanttekening dat oud niet slecht hoeft te zijn, en nieuw niet altijd beter is, wel anders. En waarom wachten tot de volgende jaarwisseling met het maken van goede voornemens en actiepunten. Iedere dag is weer een nieuwe dag, iedere dag vol van nieuwe mogelijkheden die je kunt aangrijpen, voordat de tijd verstreken is…
Eén manier om de tijd te stollen, uiteraard slechts tijdelijk, is door het doen van een ritueel. Een rituele handeling kan een gebeurtenis of ervaring bekrachtigen, denk aan een cadeautje meenemen bij een verjaardag en dit persoonlijk overhandigen, een diploma-uitreiking, maar ook aan huwelijks- en begrafenisplechtigheden. Rituelen geven houvast, denk maar aan de gebaren van sommige sporters voor een wedstrijd. Ze kunnen ons steunen in moeilijke tijden. Het aansteken van een kaarsje is hiervan een voorbeeld. Rituelen kunnen het onnoembare benoemen en het vormloze vormgeven. Met oud en nieuw worden de kwade geesten van het oude jaar met veel herrie verjaagd. Vuurwerk afsteken is zo’n rituele handeling. Ons oud en nieuw ritueel stond in het teken van ontvangen en geven. Je ontvangt het leven uit een bron en vervolgens geef je dit door in je handelen. Het ging over je gevoelig maken voor de bron waar je uit put, je te openen voor een groter bewustzijn, dat je leven schept. We nemen de vonk van het leven, ‘levens-spark’, op uit die bron en geven het vervolgens terug aan de bron. Spirituele rituelen geven toegang tot die bron en geven inzicht in hoe je er toe te verhouden. In ons ritueel door het aansteken van een kleiner kaarsje aan een grote kaars en het op een andere plek neer te zetten. We ontvangen het licht, gebruiken het en geven het door, met dankbaarheid.
In de Zamenhof onderzoeken wij rituelen die passen bij onze gezamenlijke spirituele oefening en ontwikkeling, met elementen uit boeddhisme, christendom, sjamanisme. Met een eigen ’touch’, serieus en toch weer niet te, met een toon van lichtheid zonder verlies van diepgang, optimaal gebruik makend van deze prachtige plek, die in de loop der jaren steeds meer opgeladen is geraakt. René merkt dit in zijn individuele begeleidingen en in zijn meditatiegroepen en Mathilde in haar Sumi-e werk en volle maanvieringen. Deze plek ondersteunt ons, en de mensen die hier komen, in het werk dat wij hier doen. En daar zijn wij zeer dankbaar voor.