Barbara Veldt

Barbara Veldt ...alles over relaties, het leven, opvoeding persoonlijke ontwikkeling en psychologie ! Verbind je met mij en deze pagina en wordt lid van de community!

"Ontdek de kracht van relaties: verbinden, groeien en liefhebben"

Welkom op deze Facebookpagina gewijd aan relaties - in de breedste zin van het woord! Hier deel ik inspirerende inzichten, overpeinzingen, ervaringen en waardevolle tips om je relatie te versterken, of je nu in een intieme relatie zit, een langdurige verbintenis hebt, een gezinsleven hebt, of jezelf gewoon wilt verdiepen in de wetmatigheden van het leven en de liefde. Ik geloof dat verbindende relaties de kern vormen van ons welbevinden, en ik wil je graag ondersteunen bij het creëren van liefdevolle en vervullende verbindingen. Of je nu op zoek bent naar manieren om de intimiteit in je relatie te vergroten, communicatieproblemen te overwinnen, jezelf beter te begrijpen als mens, ouder, partner of kind van, of jezelf afvraagt hoe je een gezonde en gebalanceerde relatie kunt onderhouden, je bent hier aan het juiste adres. Ik moedig diversiteit en inclusiviteit aan in al de content van deze pagina. Ongeacht je geslacht, seksuele oriëntatie, culturele achtergrond, rol, positie of status, mijn doel is om jou te voorzien van waardevolle, inzichtgevende informatie die je kunt toepassen in je eigen leven. Hier kun je vragen stellen, ervaringen delen en leren van gelijkgestemde individuen die streven naar betere relaties. Samen bouwen we aan een wereld waarin liefde en verbondenheid centraal staan. Klaar om de reis naar meer liefdevolle relaties te beginnen? Klik op 'Vind ik leuk' en volg deze pagina voor dagelijkse doses, inspiratie en waardevolle inzichten. Samen kunnen we de magie van relaties ontrafelen en de liefde in ons leven laten floreren. Welkom in deze community - waar relaties tot leven komen! 💖

20/11/2025

Er komt een moment waarop je merkt dat je wél praat, maar jezelf niet meer hoort. Dat je dagen gevuld zijn met zorgen, plannen, appjes en agenda’s. Je bent moeder, partner, peacemaker, gezelligmaker. En ergens daarbinnen is het stil geworden.

Caroline, 53, kent dat van binnenuit. De kinderen staan op eigen benen, de relatie is oké, het leven loopt redelijk soepel.
En toch voelt ze hoe haar eigen stem steeds verder naar de achtergrond is verdwenen.

We laten onszelf in de steek, sluiten compromissen en doen wat anderen willen. Wat onze ouders willen, wat onze geliefde wil, wat de maatschappij wil. Waarom? Omdat het de manier is waarop we ooit geleerd hebben liefde te krijgen en geaccepteerd te worden.

Onder dat aanpassen zit vaak iets anders. We proberen controle te houden, situaties te sturen, bevestiging te krijgen. Bevestiging dat we genoeg zijn en waardevol.

Zullen we vanaf vandaag eens eerlijker zijn tegen onszelf? Onszelf oprecht in de ogen kijken. Luister eens goed naar de stem van je hart.

Niet naar wat anderen vinden dat je zou moeten doen, maar naar wat er in jou fluistert: Ik ben er ook nog. Ik wil óók gehoord worden Jouw stem vertelt je dat je goed bent zoals je bent, dat je er mag zijn en waardevol bent.

In mijn besloten podcast “Mijn stem terugvinden in de relatie” neem ik je hierin mee. Over jezelf kwijtraken in aanpassen, en stap voor stap terugvinden wat jij voelt, denkt en nodig hebt.

Voel je ergens dat dit over jou gaat?

Download dan de podcast via de link en gun jezelf een moment samen met jouw eigen stem. https://barbaraveldt.com/mijn-stem-terugvinden-in-de-relatie/

Ik zit in het zonnetje aan de Spaanse kust en alles in mij schuurt een beetje. De lucht is diepblauw, er wordt voor me g...
17/11/2025

Ik zit in het zonnetje aan de Spaanse kust en alles in mij schuurt een beetje. De lucht is diepblauw, er wordt voor me gekookt, er wordt gevraagd wat ik nodig heb. Mijn vrienden hier hebben er echt op aangedrongen dat ik een week bij hen zou blijven. Ik sputterde nog tegen. “Ik ben zo moe.” “Je hebt nu niet zoveel aan mij.” Zinnen waarvan ik inmiddels precies weet uit welke oude laag ze komen.

Nu ik hier ben, ben ik blij dat ik ben gegaan. Even weg uit de dagelijkse zorgen. Van buiten is het een tafereel van ultieme ontspanning. Van binnen trekt er iets samen. Een oude reflex. Een stem die fluistert: “Kom op, doe jij ook wat. Zorg jij. Draai jij de boel.”

Ik ben zo gewend om degene te zijn die draagt, regelt en opvangt, dat ontvangen bijna onnatuurlijk voelt. Het is alsof ik in geleende kleren rondloop, die niet helemaal de mijne zijn. Ongemakkelijk. Het raakt me om te zien hoe vanzelfsprekend iemand anders zorgzaam kan zijn. Hoe licht het kan zijn om voor een ander te zorgen, zonder uitputting, zonder verwachting. Alleen al daarnaar kijken ontroert me. Tegelijk voel ik in mijn lijf een onrustige drang om op te springen, af te wassen, te compenseren. Alsof ik haar last meteen moet terugpakken, omdat dat nu eenmaal is wat ik ken.

Die beweging zit diep. Veel dieper dan deze ene week in de zon.

Als ik eerlijk terugkijk, heb ik al heel vroeg geleerd dat sterk zijn loont. Zelfstandig, stoer, redzaam. Ik heb jaren geslapen onder een grote Pippi Langkous poster, het was zo ongeveer mijn eerste identiteitskaart. In mijn familiegeschiedenis komt sterk zijn ook terug als overlevingsstrategie. Er waren vrouwen die veel te vroeg weduwe werden, mannen die keihard werkten, gezinnen die met weinig toch doordraaiden. De boodschap is helder: je buigt niet, je houdt je rug recht, je gaat door.

Dat soort boodschappen nestelen zich. Ze worden een tweede huid.

Ik zeg vaak tegen cliënten: sterk zijn is overleven, krachtig zijn is de energie van leven.
Sterk zijn is de spierballenmodus van je systeem. Je zet je schrap, je zet door, je gaat verder, ook als je eigenlijk op bent. Krachtig zijn voelt anders. Krachtig zijn is geworteld. Je voelt jezelf, je grenzen, je behoeften. Je blijft aanwezig in je eigen lijf, terwijl je verbonden bent met anderen. Sterk zijn draagt je door noodsituaties. Krachtig zijn laat je léven.

Het ingewikkelde is dat de buitenwereld vaak vooral jouw sterke kant ziet. Mensen zien je functioneren, dragen, regelen en denken: “Die redt zich wel.” Soms zeggen ze het ook letterlijk. Dat klinkt vriendelijk, alleen kan het van binnen eenzaam voelen. Want als iedereen ervan uitgaat dat je het wel alleen kunt, wordt het een enorme stap om te zeggen: “Ik kan het nu even niet alleen.”

Ik merk dat bij mezelf en ik zie het dagelijks bij cliënten. Mensen die alles op de rit lijken te hebben, maar van binnen vaak een stille zin met zich meedragen: “Wie ziet mij eigenlijk echt?”

Ze komen in therapie omdat ze merken dat het niet meer lukt. Dat de rek eruit is. Dat relaties stuklopen, lichamen protesteren, nachten langer worden. Ze zijn verre van zwak. Juist omdat ze zo lang sterk zijn geweest, té sterk, té lang, vaak té alleen in die rol.

Een pijnlijk stuk hierin is de dynamiek met de omgeving. Op het moment dat je voorzichtig begint te oefenen met uitreiken, verwachten veel mensen het oude script nog steeds. Zij hebben jaren een bepaalde versie van jou gezien. De versie die het wel redt, die luistert, die schouders biedt. Zij hebben niet altijd in de gaten dat er onder die versie iemand staat die ook eens vastgehouden wil worden. Dan voelt iets vragen al snel te veel. En voor je het weet duikt die oude overtuiging weer op: “Zie je wel, ik moet het zelf doen.”

Zo wordt alles alleen doen een patroon dat zichzelf in stand houdt. Je laat weinig zien, dus anderen zien weinig. Anderen zien weinig, dus je trekt je nog verder terug in de rol van sterke, zelfstandige redder. Aan de buitenkant ben je betrouwbaar en stoer. Aan de binnenkant kan het voelen als alleen voorstaan. Geen groot drama dat iedereen meteen opvalt, eerder een stille, terugkerende ervaring: dit doe ik weer zelf.

Daarbovenop leven we in een tijd waarin de meeste deuren dicht blijven. Buren kennen elkaar soms nauwelijks. Families wonen ver uit elkaar of hebben vooral contact via appjes. Mensen zoeken steun bij een professional, en dat zie je terug in de wachtlijsten. Het is mooi dat er hulp is, en tegelijk confronterend dat een diep gesprek met een therapeut soms veiliger voelt dan een eerlijk gesprek met iemand uit je directe omgeving.

Wat mij bezighoudt, hier in de zon, is deze vraag: wat doet het op de lange termijn met ons hart als we altijd degene zijn die draagt en zelden degene die mag leunen?

Ik denk dat er langzaam een extra laag tussen jou en je gevoel kan komen. Een soort beschermkorst over je kwetsbare delen. Misschien herken je het in gedachten als: “Laat maar, ik doe het wel.” “Het heeft toch geen zin om te vragen.” “Als ik het uitleg, wordt het weer ingewikkeld.”

Onder die korst zit vaak iets anders: een verlangen gezien te worden zonder dat je eerst van alles hoeft te presteren. Een verlangen om ook eens de hand te zijn die vastgehouden wordt. Niet alleen de hand die altijd reikt.

Dat vraagt mildheid naar jezelf. Patronen die je een leven lang hebt opgebouwd, laten zich niet in één vakantie, één gesprek of één inzicht loslaten. Zeker niet als sterk zijn jarenlang jouw manier is geweest om te overleven, om gezien te worden, om ergens bij te horen. Het is logisch dat je lijf protesteert als je ineens stil gaat zitten terwijl iemand anders de koffie inschenkt.

Ik ben zelf nog altijd oefenende. Ik merk hoe diep mijn neiging zit om snel op te staan, te regelen, te fixen. En hoe ontroerend het kan zijn om te merken dat er mensen zijn die het oprecht fijn vinden om ook eens iets voor mij te doen. ‘Gewoon’ omdat ze verbinding willen.

Misschien ligt precies daar het stille inzicht: dat sterk zijn je ooit heeft gered, en dat dezelfde beweging je nu soms wegtrekt bij het leven waar je zo naar verlangt. Dat er onder al dat doen, dragen en volhouden een mens zit die niet alleen wil overleven, maar ook wil rusten, genieten, delen, ontvangen.

Zullen we samen vooruitstruikelen? X

Hij zit tegenover me, handen stevig op zijn knieën. Alsof hij zichzelf bij elkaar moet houden.“Ik snap er niks van,” zeg...
15/11/2025

Hij zit tegenover me, handen stevig op zijn knieën. Alsof hij zichzelf bij elkaar moet houden.
“Ik snap er niks van,” zegt hij. “Ik doe al dat werk. Ik voel eindelijk wat ik voel. Ik kan praten over mijn emoties. En tóch… tóch val ik steeds op vrouwen die uiteindelijk weglopen.”

Even is het stil. Ik zie hoe zijn ogen vochtig worden. Hoe hij het bijna niet durft toe te geven. Want erachter zit iets dat nog veel pijnlijker is: de angst dat het misschien aan hém ligt.

Hij vertelt hoe hij zich aangetrokken voelt tot vrouwen die eigenlijk niet echt beschikbaar zijn. Vrouwen met hun eigen strijd, die vaak op de ren gaan zodra hij zich opent. En dan raakt hij in de war. Want hij voelt zoveel. Er is verbinding. Er zijn gesprekken.
“Er móet toch iets zijn?” zegt hij.

Maar wat er óók gebeurt, is dat zijn verlangen zo groot is, dat het overweldigend kan voelen. Voor de ander, maar ook voor hemzelf. Dus maakt hij het kleiner. “We kennen elkaar pas net, rustig aan,” zegt hij dan tegen zichzelf. Of hij praat het recht: “Ze heeft het moeilijk, ik moet geduld hebben.”

En ergens hoopt hij stiekem: misschien verandert ze nog wel.

Als ik hem vraag of er ook vrouwen zijn die wél interesse in hem hebben, kijkt hij me lang aan.
“Ja,” zegt hij. “Maar die vind ik eigenlijk niet zo interessant.”

Dat raakt ons allebei. Want daar zit iets groots in.

Veel mensen met een onveilige hechting herkennen dit: we voelen ons aangetrokken tot wie niet beschikbaar is. Dat geldt niet alleen voor vrouwen die steeds op “foute mannen” vallen. Ook mannen lopen zich vast in relaties met partners die emotioneel of praktisch geen echte ruimte hebben voor hen. Alleen praten ze daar vaak minder over en dragen ze de verwarring in stilte.

Bij hem ontstaat dat patroon niet in zijn liefdesleven, maar in zijn kindertijd. Voor hem is dat zijn vader. Een man van wie hij houdt, maar bij wie hij al heel vroeg leert dat hij niet echt kan rekenen op zijn aanwezigheid. Soms is zijn vader er, soms niet. Soms zit hij fysiek in de kamer, maar innerlijk is hij mijlenver weg.
Als kind zoekt hij niet naar verklaringen. Hij zoekt naar manieren om te overleven.

Zijn mechanisme wordt: ik doe het wel alleen.
Niet meer leunen, niet meer wachten tot iemand hem ziet, niet meer hopen dat iemand doorvraagt als hij stilvalt. Hij zet zijn gevoel op een zijspoor en houdt zichzelf groot. Braaf, sterk, zelfstandig. Aan de buitenkant lijkt het alsof hij het goed doet. Van binnen zit een jongetje dat nergens echt kan landen.

En zijn lijf leert mee. Zijn zenuwstelsel raakt vertrouwd met spanning. Met alertheid. Met dat halve contact dat nooit helemaal veilig voelt. De onzekerheid wordt bekend terrein. Het niet weten of hij echt gekozen wordt, voelt bijna als een soort thuis. Geen warm thuis, maar wel het thuis dat hij kent.

Dat is een pijnlijke waarheid over ons mens-zijn: ons lijf reageert op wat vertrouwd is, niet op wat goed voor ons is.
Rust kan dan vreemd voelen. Wantrouwend bijna. Een partner die gewoon blijft, die helder is, die zegt wat ze voelt en daarna niet plotseling verdwijnt, kan saai lijken. Te vlak. Alsof er iets ontbreekt. Terwijl er in werkelijkheid iets ontbreekt wat hij vroeger wél had: de voortdurende spanning of het deze keer wél goed komt.

En zo herhaalt hij onbewust de patronen uit zijn jonge jaren. De liefde spiegelt dezelfde pijn: het wachten, het hopen, het zoeken naar bevestiging die net niet helemaal komt. Niet omdat hij dat bewust kiest, maar omdat iets in hem zegt: dit ken ik. Hier weet ik hoe ik moet functioneren. Hier weet mijn lijf wat het moet doen.

De veilige vrouwen, die hem wél zouden kiezen, voelen dan inderdaad te rustig. Te voorspelbaar. Zij roepen geen alarm in zijn systeem op. Geen golf van adrenaline, geen scherpe piek van verlangen en angst in één. Hij zegt dan: “Het klikt niet echt.” Soms zelfs: “Ik voel weinig chemie.” Maar als we dieper kijken, zien we iets anders. We zien een lijf dat zich probeert vast te houden aan wat het altijd heeft gekend. Een lijf dat storm verwart met liefde en onrust met intensiteit.

Dat is simpelweg een oud beschermingsmechanisme dat nog aan het stuur zit.

Misschien herken jij daar iets van. Dat je denkt dat aantrekkingskracht alleen maar chemie is. Dat vonkje, of niet. Terwijl er vaak een andere laag meespeelt. De laag van hechting. Van vroeg geleerde conclusies over jezelf en de ander.

“Als ik mij aanpas, blijven mensen bij me.”
“Als ik het goed doe, krijg ik misschien genegenheid.”
“Als ik me niet te veel laat zien, word ik niet afgewezen.”

Het lichaam draagt die overtuigingen niet alleen in gedachten, maar in spier­spanning, in ademhaling, in hoe snel je hartslag omhoogschiet als iemand dichtbij komt. En ook in hoe je je terugtrekt zodra iemand oprechte interesse toont.

De beweging die hem helpt, is niet zichzelf veroordelen, maar nieuwsgierig worden.
Naar het kind in hem dat ooit zo verlangt om écht gezien te worden. Naar de momenten waarop hij leert: ik kan beter op mezelf rekenen dan op een ander. Naar de manieren waarop zijn lijf hem nog steeds in de oude stand zet, zelfs nu hij volwassen is.

Op een gegeven moment zegt hij: “Misschien weet ik gewoon niet hoe het voelt als iemand blijft.”
Dat is de eerlijkheid die hij aankijkt. Een eerste stap naar iets nieuws.

Want hier begint verandering: niet bij alleen maar een andere partner kiezen, maar bij jezelf leren kennen. Bij opmerken wanneer oude vertrouwdheid je weer terug wil trekken naar een beweging die allang is uitgewerkt. Bij oefenen met het ontvangen van aandacht die wél beschikbaar is, ook als dat eerst onwennig of saai lijkt.

Fijn weekend!

Boosheid kan zo allesoverheersend zijn. Het vult een ruimte in een paar seconden. De stem verheft zich, de blik wordt ha...
23/09/2025

Boosheid kan zo allesoverheersend zijn. Het vult een ruimte in een paar seconden. De stem verheft zich, de blik wordt hard, de houding gesloten. Voor degene die tegenover staat, voelt het alsof er niets anders meer bestaat. Alsof de liefde, de goede bedoelingen, de zachte gebaren allemaal overschreven worden door die ene toon van verzet.

En dat is pijnlijk. Want vaak sta je daar al met het gevoel dat je veel hebt ingeleverd. Dat je geprobeerd hebt tegemoet te komen. Dat je zorgvuldig je woorden hebt gekozen om de ander niet te kwetsen. En dan tóch die boosheid. Het voelt als onrecht. Alsof je niet wordt gezien in alles wat je al doet.

Boosheid is zelden zo eenduidig als ze lijkt. Soms is het een harnas om teleurstelling in jezelf te verbergen: het gevoel tekort te schieten, niet genoeg te zijn. Soms is het een uitroep naar de ander: “Zie mij, hoor mij, merk me op!” Omdat het ondraaglijk voelt dat jouw inzet, jouw pijn of jouw verlangen niet wordt erkend.

Ik herinner me een relatie waarin boosheid bijna de standaardreactie was. Op alles. Alsof ik teveel vroeg, te weinig gaf en teveel deelde. Gekmakend. Het maakte me klein, onzeker, uitgeput. Ik zag vooral het harde, de felheid. Tot in zeldzame momenten de muur even brak en er woorden kwamen die ik nooit vergeet: “Wat moet je toch met mij?” Daar lag het. Niet de aanval naar mij, maar het gevoel tekort te schieten. Toen zag ik dat niet.

Tegelijk weet ik dat boosheid ook kan voortkomen uit dat andere gemis; het onzichtbaar voelen, genegeerd worden, alsof je er niet toe doet.

Voor degene die boosheid ontvangt, is de reflex vaak aanpassen. Verzachten. Dragen. Alles doen om die muur te omzeilen. En dat herken ik maar al te goed. In het huis waar ik opgroeide, bestond boosheid eigenlijk niet. Dus toen ik er later mee te maken kreeg, wist ik nauwelijks hoe ik me daartoe moest verhouden. Had geen voorbeeld gehad. Ik reageerde door mezelf kleiner te maken, door te buigen, door vooral niet nog meer boosheid uit te lokken. Maar juist daardoor raakte ik mezelf kwijt. Kreeg weer astma-aanvallen (!). Ik werd wel een kei in het zorgvuldig afwegen van mijn woorden. Nuance aanbrengen werd mijn ding.

Dat is het pijnlijke van dit patroon: hoe meer de een buigt, hoe minder de ander zichzelf laat zien. Terwijl beide partijen verlangen naar hetzelfde: erkenning, gezien worden in wat er werkelijk speelt.

Wat helpt, is om boosheid niet alleen te zien als een aanval, maar ook als een signaal. Soms van teleurstelling in jezelf. Soms van een onvervuld verlangen om door de ander gezien te worden. In beide gevallen gaat het om kwetsbaarheid die geen woorden vindt en daarom een hardere vorm aanneemt.

Achter boosheid en verzet ligt dus zelden alleen weerstand. Het is vaak de echo van een mens die zichzelf niet kan dragen in zijn pijn. Of dat nu de teleurstelling in zichzelf is, of het schrijnende gemis aan erkenning door de ander. Wie bereid is die laag te zien, en misschien zelfs te tonen, opent de deur naar een ontmoeting die werkelijk raakt. Niet vanuit perfectie, maar vanuit menselijkheid. Daar, achter de façade van boosheid, begint de mogelijkheid tot werkelijk contact.

Vandaag steek ik zo rond 19 uur de sleutel in het slot van ons huis en draai me nog een keer om. Achter mij zie en hoor ...
19/09/2025

Vandaag steek ik zo rond 19 uur de sleutel in het slot van ons huis en draai me nog een keer om. Achter mij zie en hoor ik een man, keurig in pak zittend op zijn VanMoof fiets, luid roepend: “Stop, stop, stop!” Ik volg zijn blik en zie in de verte een zwarte stip verdwijnen. Hij ziet mij kijken, remt af en verontschuldigt zich voor zijn luide stem. Ik glimlach in mezelf en stel me voor dat hij net thuis is van zijn werk, nog geen voet binnen heeft gezet, of hij krijgt meteen te horen: “Los jij het nu maar eens op. Die jongen luistert voor geen meter en ik ben het zat om steeds achter hem aan te moeten zitten.”

Misschien slaat mijn fantasie op hol, maar het zijn precies de zinnen die ik vaak hoor in onze training voor ouders met pubers. ‘Ik ben altijd de boeman’ of ‘hij is te moe na z’n werk om nog aandacht te hebben voor z’n kind’.

De man in pak kijkt me aan, en komt dichterbij. Kennelijk heeft hij het opgegeven. Hij legt uit dat de stip zijn zoon van veertien is, op een fatbike. Ik denk nog: je bedoelt die opgevoerde fatbike. Ik probeer mijn oordeel in te slikken, maar hoor mezelf toch zeggen: “Jullie hebben er vast al spijt van dat jullie gezwicht zijn voor de smeekbeden van jullie zoon.”

Zijn gezicht vertrekt. Met zweetdruppels op zijn voorhoofd hakkelt hij: “Hij heeft de fiets gekregen van zijn peetvader, en ik baal er elke dag van.” Arme man. Ik denk: bestaan er nog peetvaders? En ook peetvaders die zulke grote cadeaus geven? Doe je dat zomaar, zonder toestemming van de ouders? Of schuift hij de last liever een stukje door?

Hij had ook gewoon kunnen zeggen: “Mens, waar bemoei je je mee?” En eerlijk gezegd had ik hem daar nog gelijk in gegeven ook.

Achteraf gniffel ik nog even na als die achtervolgings scène nog een keer langskomt in m’n gedachten. Wat bij mij blijft hangen is die bezwete man in zijn pak. Hij roept naar zijn zoon, die hem allang niet meer hoort. De grip is hij kwijt, de afstand wordt groter. Hij fietst achter zijn eigen schaduw aan en roept hard “stop”, meer om de illusie van invloed vast te houden dan dat hij zijn zoon nog werkelijk bereikt.

Ik vermoed dat hij het gevoel had nog grip te hebben door te fietsen en te roepen. Maar soms is de enige weg om zo’n afstand te overbruggen: blijven staan, geduld betrachten, en verdragen. Pas dan kan de ander de weg terugvinden naar huis…

Soms is de keuze simpel: blijf je trappen tot je buiten adem bent, of ga je weer naar binnen en zet je een bord klaar en wacht je totdat hij honger krijgt?

Als ik iets geleerd heb de afgelopen jaren, dan is het om mijn kwetsbaarheid niet meer uit de weg te gaan. Waar ik vroeg...
17/09/2025

Als ik iets geleerd heb de afgelopen jaren, dan is het om mijn kwetsbaarheid niet meer uit de weg te gaan. Waar ik vroeger de neiging had om mezelf terug te trekken, om de moeilijke gevoelens te vermijden en me te verschuilen achter stilte of afstand, kies ik er nu steeds vaker voor om mezelf wél te laten zien. Zelfs wanneer dat onveilig voelt en zelfs als ik daarmee het risico loop de verbinding te verliezen.

De woorden van filosoof Søren Kierkegaard verwoorden dit treffend: “Durven is tijdelijk je evenwicht verliezen. Niet durven is jezelf verliezen.”

Precies zo heb ik het ervaren. Elke keer dat ik iets van mezelf liet zien, voelde ik hoe mijn lijf begon te trillen, mijn adem hoog zat en mijn hart sneller sloeg. Alsof ik de grond onder mijn voeten verloor. Toch ontdekte ik juist daar de kracht van kwetsbaarheid. Want telkens wanneer ik die stap zette, ontstond er ruimte voor echtheid. Voor contact dat voorbij de oppervlakte ging. Voor relaties waarin ik mezelf niet meer kwijt hoefde te raken.

Ik was ooit een echte vermijder. Veilig achter de bescherming van terugtrekken en in mijn hoofd zitten, denkend dat ik daarmee controle hield. Maar het vermijden bleek mijn grootste verlies. Het waren de nieuwe ervaringen, waarin ik mezelf liet zien, die mijn redding werden. Kwetsbaarheid heeft me dichter bij mezelf gebracht en bij de mensen om me heen.

Teruggaan naar hoe het ooit was, is voor mij geen optie meer. Het leven voelt voller, warmer en echter sinds ik de moed heb gevonden om mezelf - zelfs als het risicovol voelt, te laten horen.

En misschien herken jij het ook, die neiging om jezelf te beschermen door gevoelens te verstoppen. Maar stel je eens voor… wat als je vandaag die ene zin hardop zegt die je steeds inslikt? Wat als je één traan laat zien in plaats van hem weg te slikken? Wat als je één vraag stelt die je hart al zo lang fluistert?

Durf dat kleine risico te nemen. Je kunt even je evenwicht verliezen, ja. Maar misschien ontdek je juist daar dat je jezelf terugvindt.

We ontmoeten onszelf altijd in de blik van de ander. Soms zie je daarin warmte en bevestiging, soms herkenning. Maar net...
06/09/2025

We ontmoeten onszelf altijd in de blik van de ander. Soms zie je daarin warmte en bevestiging, soms herkenning. Maar net zo vaak draagt de ander angsten, overtuigingen of onverwerkte pijn met zich mee. Dan verandert die blik in projectie, een vervormd beeld dat weinig zegt over wie jij werkelijk bent.

Ik heb een tijd gekend waarin dat heel sterk speelde. De beelden die mij werden toegeschreven, kwamen steeds verder af te staan van mijn werkelijkheid. Er werd gesproken over wat ik niet zou kunnen, wat ik miste en waarin ik tekort zou schieten. Alsof het vastgelegde eigenschappen waren, onwrikbaar en los van de invloed van interactie. Pas later zag ik hoezeer die woorden geworteld waren in de angsten en verlangens van de ander. In die herhaling begon ik mijn eigen waarneming te wantrouwen. Het vertrouwen in mijn eigen reflecties brokkelde af, alsof ik langzaam van mezelf afdreef.

Toen de relatie voorbij was, ontstond er ruimte om opnieuw te onderscheiden. Ik kon weer voelen: dit was van de ander, en dit ben ik. Het gaf helderheid en een zekere vrijheid. Ik ervoer hoe gemakkelijk je jezelf kunt verliezen in beelden die niet de jouwe zijn, en hoe wezenlijk het is jezelf te blijven kennen. De liefde die daarna kwam, voelde als een bevestiging: geruststellend en zacht, alsof ik weer thuiskwam bij mezelf.

Zelfkennis gaat dan niet om zekerheden, maar om een innerlijk kompas dat je richting geeft. Het helpt om te herkennen wat bij jou hoort en wat afkomstig is van de ander. Met die helderheid blijf je steviger staan in contact, zonder opgeslokt te raken door projecties of oordelen.

In relaties zie ik vaak hoe dit mechanisme meespeelt. Mensen die van elkaar houden, maar gevangen raken in beelden die troebel zijn. De een voelt zich voortdurend tekortschieten, omdat de ander diens teleurstellingen in de relatie neerlegt. De ander gaat pleasen of verharden, omdat de blik die terugkomt te zwaar of te afwijzend voelt. Patronen die pijnlijk zijn, maar die ook blootleggen waar groei mogelijk is: in het terugvinden van jezelf.

Verbinding krijgt betekenis wanneer je jezelf niet uit het oog verliest. Wie zichzelf kan dragen, hoeft de ander niet te gebruiken als spiegel om waarde te vinden. Dat geeft ruimte om met openheid te kijken: naar de pijn die de ander meebrengt, naar de verlangens die daaronder liggen, en naar de mens die zichtbaar wordt voorbij de projecties. In die ruimte kan echte ontmoeting ontstaan. Niet omdat de ander je bevestigt, maar omdat je elkaar kunt zien zoals je werkelijk bent.

Hoe kan het dat een vergeten groet of een afwezige blik voelt alsof de grond onder je voeten wegvalt? Voor de één lijkt ...
03/09/2025

Hoe kan het dat een vergeten groet of een afwezige blik voelt alsof de grond onder je voeten wegvalt? Voor de één lijkt het een detail, voor de ander is het een storm die oude pijn naar boven haalt.

Zij vertelt hoe ze vaak het gevoel heeft dat haar inzet niet gezien wordt. Ze regelt, zorgt, houdt alles draaiende. Maar wanneer hij thuiskomt en nauwelijks opmerkt hoeveel moeite ze gedaan heeft, ervaart zij dat niet als iets kleins. In haar lichaam voelt het als een afwijzing: ik ben niet genoeg.

Hij begrijpt haar intensiteit niet. Voor hem is het simpel: hij was moe, vergat iets te zeggen. Haar reactie voelt voor hem buitensporig, en uit zelfbescherming schiet hij in de verdediging: “Je doet alsof ik nooit iets goed doe.”

Voor haar is dit moment echter geladen met meer. Het is niet alleen deze situatie, maar een echo van vroeger. Van dat meisje dat ooit leerde liefde te verdienen door braaf te zijn, veel te geven, en zichzelf klein te maken. Elke keer dat hij niet reageert, laat dat oude script zich opnieuw horen: ik moet harder mijn best doen, anders verlies ik de liefde.

Dit is de kracht van triggers. Ze lijken te gaan over het hier en nu, maar ze openen de deur naar wonden die nog niet hersteld zijn. Voor de ander onzichtbaar, voor degene die geraakt wordt allesomvattend.

Herstel ontstaat wanneer beiden dit mechanisme leren herkennen. Als zij kan zien dat haar pijn niet alleen over hem gaat, maar ook over dat jonge stuk in haarzelf, kan ze stoppen met eindeloos geven. En als hij beseft dat haar heftigheid geen aanval is, maar een roep om erkenning, kan er verbinding ontstaan. Dan wordt een trigger geen breuk, maar een ingang naar herstel.

Liefde hoeft niet verdiend te worden, en zorg is pas compleet als je ook leert ontvangen.

De laatste tijd ben ik wat aan het bijkomen van alle tumult overal. Niet alleen van wat er wereldwijd gebeurt, maar ook ...
29/08/2025

De laatste tijd ben ik wat aan het bijkomen van alle tumult overal. Niet alleen van wat er wereldwijd gebeurt, maar ook van het kleinere toneel hier op internet. Social media voelt voor mij steeds vaker als een smeltkroes van polarisatie. Meningen botsen, mensen vallen over elkaar heen, en het wordt vaak gebracht alsof het ene kamp slim is en het andere dom, of alsof bepaalde groepen per definitie zus of zo denken en handelen. En dan ontstaat er nog een tweede laag: we polariseren óók over de polarisatie.

Wat mij daarbij raakt, is niet eens altijd de inhoud van die discussies, maar hoe ik me er zelf toe verhoud. Ik voel de onrust en merk dat ik moet bijkomen van hoe hard sommige reacties zijn. Wat me opvalt, is dat geraakt worden vaak wordt gezien als een teken van zwakte. Alsof je pas sterk bent wanneer je je nergens iets van aantrekt, of boven de dingen staat. Maar zo werkt het niet voor mij. Ik wórd geraakt. Soms dieper dan ik wil. En ik weet: dat betekent dat ik nog opensta. Dat mijn hart meedoet. En als mijn hart meedoet, dan leef ik.

Ik herinner me ook de periodes waarin niets mij nog raakte. Dan lijk ik stevig, maar in werkelijkheid overleef ik. Afgesloten, verdoofd. Dat voelt niet als kracht, maar als afwezig zijn.

In een tijd waarin meningen verharden en mensen elkaar in kampen duwen, voelt geraakt worden soms als een risico. Toch begint het volgens mij precies daar: in het vermogen om niet te verharden, maar zacht te blijven. Om niet alleen te analyseren of te oordelen, maar te voelen. En ja, dat doet pijn. Want voelen betekent geraakt worden door woorden, door onrecht, door de scherpe randen van het debat. Maar voelen opent ook de weg naar verbinding. Zonder voelen verandert polarisatie in een muur. Met voelen kan er een brug ontstaan, al is die nog zo smal.

Die reflex om te verharden zie ik niet alleen op de grote thema’s van deze tijd, maar ook in de kleinste culturele fenomenen. Neem het programma B&B Vol Liefde. Wat begint als een zoektocht van mensen met rugzakken, hechtingspijn, dromen en verlangens naar liefde, groeit uit tot een nationale bezigheid. En half Nederland valt eroverheen. Vanuit de veilige plek achter het scherm rollen de oordelen, stereotypen en diagnoses in het rond. Hoe makkelijk is het om iemand te reduceren tot hun vreemdste trekjes, hun pijnlijkste onhandigheden of hun wanhopige verlangen?

Maar achter die televisiebeelden zie ik iets anders: mensen die, met al hun kwetsuren, toch de moed vinden zich open te stellen voor liefde. Mensen die stuntelen, falen, soms overdrijven, maar die zich wél laten raken. En misschien is dat precies waarom we zo graag kijken, en tegelijk zo snel oordelen. Het herinnert ons aan onze eigen kwetsbaarheid. En kwetsbaarheid is vaak lastiger om te verdragen dan om te veroordelen.

Ik herinner mezelf eraan dat mijn bijdrage niet zit in het overtuigen van de massa, maar in trouw blijven aan mijn eigen stem. Soms klinkt die stem niet meer dan als een fluistering in het lawaai. Maar zelfs een fluistering kan iemand bereiken die er net op dat moment naar verlangt. En dat is genoeg.

Misschien is dat wel de paradox van deze tijd: ik voel me klein, en tegelijk weet ik dat juist dat klein zijn deel is van een groter geheel. Een druppel lijkt niets, maar
zonder druppels is er geen oceaan.

Geraakt worden is niet mijn zwakte, het is mijn richtingaanwijzer. Het wijst me de weg naar wat er werkelijk toe doet.

Een meisje van zeventien, vol leven, fietst na een avond uit naar huis. Ze wordt overmeesterd, vermoord. In mijn stad. I...
22/08/2025

Een meisje van zeventien, vol leven, fietst na een avond uit naar huis. Ze wordt overmeesterd, vermoord. In mijn stad. In ons land. En ze is niet de eerste. Dit gebeurt vaker dan we willen weten. Het heeft een naam: femicide. Het is een rauwe realiteit waarin vrouwen hun leven verliezen enkel en alleen omdat ze vrouw zijn.

En telkens weer gebeurt er iets op twee fronten. Aan de ene kant zie ik de terechte woede van vrouwen die de straat terug willen claimen. Want waarom zouden we niet, zonder angst, door de nacht mogen bewegen? Aan de andere kant zie ik de oude, vermoeiende reflex: vragen stellen over het meisje. Waarom fietste ze zo laat nog alleen? Waarom lieten haar ouders dat toe? Alsof de schuld zich dáár bevindt. De blik wordt steeds opnieuw gericht op het slachtoffer niet op de daders, niet op de cultuur die dit geweld mogelijk maakt.

Ik heb het daar moeilijk mee. Misschien ook omdat ik ben opgegroeid in een omgeving waarin mannen voor mij de meest betrouwbare mensen waren. Mijn vader, mijn broers, de bevriende mannen om me heen: ik heb me altijd veilig gevoeld. Veel veiliger zelfs bij hen dan bij sommige vrouwen. Maar ik ben natuurlijk niet blind. Toen ik op mijn achttiende naar het conservatorium ging, hoorde ik voor het eerst hoe meisjes en vrouwen om mij heen misbruikt waren of verkrachting hadden meegemaakt. Ik was verbijsterd. Ik vertelde het thuis en ik zie nog mijn vaders gezicht: Barbara, dit is niet normaal. Mannen horen van vrouwen af te blijven als er geen wederzijdse toestemming is. En hij had gelijk. Het ís niet normaal.

Wat we vaak vergeten in het publieke gesprek, is de nuance. Niet alle mannen zijn gewelddadig. Ik ken, net als jij waarschijnlijk, talloze mannen die nooit een vrouw kwaad zouden doen, die hun geliefde, hun dochter, hun zus beschermen en eren. En toch bestaat er in onze samenleving een groep mannen die zichzelf het recht toe-eigenen om hun begeerte boven alles te plaatsen. Alsof hun lichaam en lust belangrijker zijn dan het leven van een ander. Dat is geen misverstand, geen “even doorgeslagen verlangen”. Dat is machtsmisbruik, geworteld in een diepgeworteld idee van superioriteit.

En ja, ik denk dat we in een tijd leven waarin vrouwen hun stem steeds luider laten horen. Een tijd waarin vrouwen niet meer bereid zijn zich terug te trekken, stil te zijn, zich te schikken. Dat is hoopvol, maar het roept ook tegenkrachten op. Er zijn mannen die zich bedreigd voelen door deze verschuiving, die hun ego verankerd hebben in dominantie en bezit. Dat verzet komt niet voort uit kracht, maar uit angst.

Wat mij raakt, is de menselijke dimensie. Stel je voor dat dit je dochter was. Je zus. Je vriendin. Je moeder. Hoeveel uitleg heb je dan nog nodig om te begrijpen dat dit niet alleen een “vrouwenprobleem” is, maar een maatschappelijk probleem?

We moeten ophouden met de vraag: Waarom fietste ze daar? en beginnen met de vraag: Waarom voelt een man zich gerechtigd tot dit geweld? Pas als we bereid zijn die vraag echt onder ogen te zien, verandert er iets.

De nacht zou niet “teruggeclaimd” hoeven te worden. Zij had ons nooit mogen worden afgenomen. De nacht, de straat, de vrijheid om te bewegen: het zijn rechten die bij ons allemaal horen.

En misschien begint het bij dit: bij het erkennen van de pijn, het benoemen van de onrechtvaardigheid en het weigeren de schuld te verleggen naar de verkeerde plek. Wanneer we weigeren onszelf nog langer wijs te maken dat vrouwen zich hadden moeten aanpassen. De schuld ligt niet in de nacht, niet bij de meisjes die naar huis fietsen, maar bij de mannen die ervoor kiezen hun kracht te misbruiken. Dáár moet het licht schijnen.

Adres

Amsterdam
1073GJ

Openingstijden

Maandag 09:00 - 17:00
Dinsdag 09:00 - 17:00
18:00 - 19:00
Woensdag 09:00 - 17:00
Donderdag 09:00 - 17:00
Vrijdag 09:00 - 17:00

Meldingen

Wees de eerste die het weet en laat ons u een e-mail sturen wanneer Barbara Veldt nieuws en promoties plaatst. Uw e-mailadres wordt niet voor andere doeleinden gebruikt en u kunt zich op elk gewenst moment afmelden.

Delen

Share on Facebook Share on Twitter Share on LinkedIn
Share on Pinterest Share on Reddit Share via Email
Share on WhatsApp Share on Instagram Share on Telegram