Ter vervanging van de veel te kleine school op de Prinsengracht nabij de Leidsestraat, ontwierp Van Lokhorst in het oosten van Amsterdam een vrijliggend schoolgebouw van twee en drie bouwlagen op een carrévormige plattegrond met binnenplaats en achtertuin. Het geheel is opgetrokken in laatgotische vormen en refereert door de veelheid aan kruiskozijnen, trapgeveltjes en strenge gevelopzet aan de vijftiende-eeuws stadhuizen of lakenhallen in de zuidelijke Nederlanden. Net als bij een aantal van zijn universitaire laboratoriumgebouwen uit deze tijd, paste Van Lokhorst expliciet gotische vormen toe, met dit verschil dat hier eerder sprake is van een ornamenteel in plaats van functioneel karakter. Op de begane grond bevonden zich in de oorspronkelijke situatie onder meer de kamers van de huismeester, de docentenkamer, het laboratorium en enkele onderwijsruimtes. De eerste verdieping werd ingenomen door dag- en nachtverblijven voor de zwangere patiënten terwijl de tweede verdieping, direct onder de ijzeren kap, de kamers van de leerlingen huisvestte. De bovenzijde van de lagere zijvleugels deden dienst als balkons. Inwendig zijn vooral de monumentale trappenhuizen met hardstenen treden opvallend. De school werd in 1911 en 1918 aan de achterzijde in vergelijkbare trant uitgebreid en in 1988 verbouwd tot woningen. Het gebouw heeft nu de status van Rijksmonument. Tot en met eind jaren zeventig was dit gebouw een kweekschool voor vroedvrouwen. Toen deze school verhuisde naar het Slotervaart Ziekenhuis, kwam het gebouw een tijdje leeg te staan en in overleg met de gemeente werd het als 'tijdelijke' woonruimte toegewezen aan bewoners die in de buurt sloopwoningen hadden gekraakt, welke plaats moesten maken voor nieuwbouw. Ook dit pand zou mogelijk tegen de vlakte gaan. De toenmalige bewoners, waarvan er nog enkele in het gebouw wonen, vormden destijds ook al een vereniging die zich hard maakten tegen een eventuele sloop. Uiteindelijk kon er een overeenkomst gemaakt worden, die inhield dat het gebouw verbouwd werd tot HAT-eenheden door een architect die ze zelf mochten uitzoeken en daarmee overleggen hoe ze de indeling wilden. De bewoners hebben toen onder andere gekozen voor een algemene ruimte 'De Lange Adem' voor culturele initiatieven.