
05/09/2025
September 2025
Een blog met tips en handvatten van Nicole Coppens
Eerste hulp bij ASS: De kracht van woorden
Als je 18 wordt, ben je volwassen. Iemand met ASS hoort: dan moet ik alles zelf doen en kunnen. Sommige begrippen kunnen grote onrust veroorzaken. Denk ook aan woorden als pubertijd of examen. Hoe ga je hiermee om?
Nicole Coppens, grondlegger en directeur van Het Maashuis in Apeldoorn, is deskundige op het gebied van autisme. In dit blog deelt ze haar kennis.
‘Het is goed om te weten dat er woorden zijn die voor grote verwarring kunnen zorgen. Als je geen autisme hebt, denk je: het klinkt spannend, maar het zal wel goed komen. Je staat er misschien zelfs geen seconde bij stil. Intuïtief, als vanzelf, weet je hoe je ermee om moet gaan.’
Woorden waar we ingewikkeld over doen
Het zijn de woorden en begrippen waar we bewust of onbewust nadruk op leggen, “ingewikkeld” over doen: vakantie, verjaardag, schoolreisje, op kamp, ongesteld worden, nu ben je een puber, straks als je volwassen bent, wat word je al groot, heb je al een vriendje, straks doe je examen… We suggereren dat er iets héél bijzonders te gebeuren staat. Het autistische brein voelt de lading, maar tast vaak in het duister over het waarom van die lading. En dat kan voor kortsluiting zorgen.
Nu moet ik alles weten
Die intuïtie, dat vanzelf weten, is er niet. Dit brein denkt in eerste instantie zwartwit, letterlijk. Bij het woord examen: nu moet ik álles kennen van alle jaren– en alles betekent dan ook echt álles. Bij 18 worden: nu moet ik alles zelf kunnen en alles zelf regelen – en dat betekent dan ook álles, in je eentje. Bij de toekomst wordt het beeld zwart, want de toekomst: wat is dat, waar begint en waar eindigt die?
Het brein slaat alarm
Je merkt het aan een verandering in het gedrag. Die kan groot zijn, denk aan plotselinge somberheid, teruggetrokkenheid, of boosheid, opstandigheid. Het brein zegt als het ware: vlucht, vecht of bevries als er sprake is van “groot alarm”. Het weet zich geen raad, de uitdaging is te groot. Vraag je eens af wat jij zou doen, hoe jij je zou voelen, als je zo’n grote opdracht boven het hoofd hing: over een paar maanden moet je alles weten en alles kunnen.
Het weten trainen
Wat helpt is cognitief trainen wat relativeert en nuanceert. Ik bedoel hiermee: het voelende stuk van het brein is dus in paniek, logisch. Gelukkig kan het wetende deel van het brein hierbij helpen. Je kunt léren dat iets niet zo erg is als het lijkt. Je kunt leren wat begrippen als examen doen en 18 worden concreet inhouden en concreet betekenen. Hier kun je als ouder of verzorger bij helpen. Ga in gesprek.
Samen in gesprek
Doe dit liever meerdere keren kort – te veel en te lang overprikkelt. Begin er tijdig mee. Beter nog: maak er een gewoonte van om te bespreken wat er speelt en wat er zou kunnen gaan spelen. Stel gerichte vragen. Licht toe tot in detail: vertel wat en vooral ook wat niet. En laat het zien, maak het ook visueel; zoek het samen online op. Laten we eens kijken wat je dan allemaal moet kunnen of wat er verandert als je 18 wordt. Op deze manier vragen dingen vanzelf minder ruimte in het hoofd.
Voorbeeldgesprek
Zo’n gesprek verloopt bij mij bijvoorbeeld zo: Over 6 maanden word je 18. Denk je daar wel eens aan? Denk je dan dat je alles moet kunnen? Of dat je het heel druk krijgt? - Bied handvatten. Misschien zegt een kind – blocken is ook een manier om ermee om te gaan: daar heb ik geen last van. Dan zeg ik: ik heb de indruk dat je meer stress hebt, kan dat kloppen? Zou het hiermee te maken kunnen hebben? Nee? Nou, fijn dat je er niet mee zit, dat is ook helemaal niet nodig. Je weet dat je altijd naar me toe kunt komen. We hebben het er nog wel een keer over – zo houd je een lijntje.
Dan moet ik een relatie hebben
Vergeet ook niet dat ze zich een beeld vormen bij een begrip. Bij “volwassen” kan dit bijvoorbeeld ook inhouden: dan moet ik een relatie hebben. Of: dan moet ik gespierd zijn. Ze komen veel tegen, ook op social media. Verdiep je in wat ze bezighoudt en bespreek het. Help met relativeren en nuanceren.
Wat mij bezighoudt
Mij houdt het bezig dat de zorg vanaf 18 jaar anders geregeld wordt in de gemeente Apeldoorn. Wat zou het goed zijn als dit bijvoorbeeld 23 jaar zou zijn. Iemand met autisme is gemiddeld wat later toe aan de pubertijd, een fase waarin je mentaal kwetsbaarder kunt zijn. Je hebt meer tijd nodig om te groeien. Ik zie het in de praktijk: tegen je 23ste gaat alles soepeler. Het lijkt alsof het aangeleerde dan pas echt “landt”. Ik hoor vaak: weet je nog dat je me dit uitlegde? Nu begrijp ik het. Mensen met autisme hebben tijd nodig. En als ze die tijd krijgen, zie ik dat ze volwaardig mee kunnen doen in de maatschappij. Dat gun je iedereen…
Weet dat ik me met Het Maashuis inzet voor de beste zorg. Als ouder of verzorger kun je gelukkig ook iets doen ter voorbereiding op dat 18 worden: ga tijdig in gesprek, zet samen alles op een rij en blijf met elkaar in gesprek. Zodat we allemaal weten: niemand kan alles, niemand hoeft het alleen te doen. Het komt goed.
Nicole