Meneer Hond Coaching

Meneer Hond Coaching Wij bieden coaching en begeleiding voor kinderen (6+), pubers en (jong)volwassenen met én zonder coachhond in de regio noord/oost/midden Brabant.

16/11/2025

“Helden op het spectrum” van Martine Sieron is een aangrijpend verhaal dat de band tussen de auteur en haar geadopteerde hond, Brenin, verkent. Het boek onthult hun gezamenlijke zoektoc…

15/11/2025

Als kind kreeg ik vaak labels naar mijn hoofd:
koppig, eigenwijs, manipulatief, hij wil altijd z’n zin, hij doet het erom.

Als je dat maar vaak genoeg hoort, ga je het geloven.
Het werd een self-fulfilling prophecy.

Op een gegeven moment dacht ik niet meer:

“Ik reageer zo omdat ik overprikkeld ben.”
maar:
“Ik bén een slecht mens.”

En dat doet iets met je.
Niet alleen raak je overprikkeld —
je raakt innerlijk beschadigd.

🔹 Mijn grenzen leken opeens egoïsme.
🔹 Mijn “nee” werd dwarsliggen.
🔹 Mijn meltdown werd gezien als slecht karakter, niet als noodkreet.

Zo leren kinderen (en later volwassenen) zich aan te passen, zich klein te maken, te verbergen wie ze zijn.
Je probeert “lief”, “meewerkend” en “normaal” te zijn,
terwijl je zenuwstelsel ondertussen in brand staat.

De echte schade zie je vaak jaren later pas:
burn-out, angst, depressie, een identiteitscrisis.
En vooral die diepgewortelde overtuiging:
“Met mij klopt iets niet.”

Daarom vind ik het zo gevaarlijk als autistisch gedrag wordt geframed als koppigheid of machtsspel.
Want woorden zijn niet neutraal.
Ze vormen hoe ouders naar hun kind kijken.
En hoe een kind naar zichzelf leert kijken.

Als we van een regulatieprobleem een moreel probleem maken, laten we littekens achter die een leven lang mee kunnen gaan.

Ik zeg niet dat opvoeden makkelijk is.
Maar ik vraag dit:

👉 Durf je te zien dat je kind niet bepaalt, maar probeert te overleven?
👉 Durf je te voelen wat jouw verwachtingen doen met zijn zenuwstelsel?

Het verschil tussen
“Hij is moeilijk”
en
“Hij hééft het moeilijk”
kan bepalen of een kind later denkt:
“Ik ben oké zoals ik ben.”

Of blijft hangen in:
“Ik ben een slecht mens.”

En dat laatste gun ik niemand.
Zeker geen kind.

15/11/2025

Ik zie vaak ouders klagen over hun autistische kinderen: “Hij bepaalt alles”, “Ze luistert nooit”, “Het moet altijd op hún manier.”
En eerlijk? Het doet pijn om dat te lezen.

Niet omdat ouders geen moeite mogen hebben — opvoeden is intens.
Maar omdat deze woorden vaak laten zien hoe weinig echt gekeken wordt naar wat er onder het gedrag gebeurt.

Voor veel autistische kinderen is “moeilijk gedrag” geen machtsstrijd.
Het is een zenuwstelsel dat overloopt.
Het is paniek, niet koppigheid.
Het is bescherming, geen manipulatie.

Wanneer een kind gaat tijdrekken, weigeren, weglopen, overprikkeld raken of zelfs schreeuwen, dan denkt een ouder vaak: “Hij wil niet luisteren.”
Maar vanuit mijn ervaring, en die van veel anderen zoals ik, is het meestal:
“Ik kán dit niet meer. Mijn systeem zit vol.”

Toch blijven sommige ouders het framen als “dominant” of “bepalend”.
Daarmee leg je het probleem bij het kind neer.
Terwijl de oorzaak vaak ligt in verwachtingen die niet passen bij hun zenuwstelsel.

En ja, het vraagt van ouders om anders te kijken.
Om te vertragen.
Om hun eigen behoefte aan controle los te laten.
Dat is niet altijd makkelijk — maar het is wél nodig.

Want een kind dat zich veilig voelt, hoeft niet te ontploffen.
Een kind dat gehoord wordt, hoeft niet constant in verzet te gaan.
Een kind dat autonomie krijgt, hoeft geen controle te zoeken.

Het is tijd dat we stoppen met autistische kinderen neerzetten als lastig, bepalend of manipulatief.
Ze proberen niet jouw huishouden over te nemen.
Ze proberen gewoon te overleven in een wereld die hen veel te snel en veel te hard raakt.

Als we dat eindelijk gaan zien, verandert alles.

02/11/2025
02/11/2025

Soms merk ik dat ik emoties niet echt voel, maar erover nadenk. Alsof ik ze vanuit een afstand bekijk in plaats van ze te ervaren. Ik ga dan analyseren wat ik voel, waarom ik het voel, of het ‘klopt’ dat ik het voel. Dat geeft me houvast, want emoties kunnen overweldigend of verwarrend zijn. Door er woorden aan te geven, krijg ik controle — of in elk geval de schijn daarvan.

Intellectualiseren is voor mij een manier om veilig te blijven. Als ik iets voel wat te intens is, schakel ik automatisch over naar mijn hoofd. Daar kan ik ordenen, begrijpen, verklaren. Maar ondertussen blijft het lichaam vaak gespannen, alsof het nog steeds iets probeert te zeggen wat niet gehoord wordt.

Soms zie ik pas dagen later wat er eigenlijk onder zat. Verdriet, spanning, schaamte, of gewoon vermoeidheid. Dan realiseer ik me dat ik het gevoel heb ‘doordacht’ in plaats van doorlééfd. En dat is iets wat veel mensen met autisme, denk ik, herkennen: het proberen te begrijpen in plaats van te voelen, omdat voelen te onvoorspelbaar is.

Toch is het ook een kracht. Mijn vermogen om te analyseren helpt me om patronen te zien, om betekenis te geven aan wat ik ervaar. Maar ik leer steeds meer dat het denken niet in de plaats hoeft te komen van voelen. Soms is het genoeg om even stil te zijn, te ademen, en te merken wat er eigenlijk in me beweegt — zonder het meteen te verklaren. Dat is kwetsbaar, maar ook echt.

30/10/2025

Er zijn momenten die je blik op zorg voorgoed veranderen.
Voor mij was dat het moment dat ik mijn partner Sander verloor.
In één klap stond mijn wereld stil.
En toch ging alles om me heen gewoon door, ook het werk, de zorg, de cliënten, de collega’s, de vergaderingen.
Dat contrast was bijna niet te bevatten.

Ik merkte hoe moeilijk het is om verdriet te dragen in een wereld die vooral vooruit wil.
Maar juist dat moment leerde me iets essentieels over wat zorg écht is: zorg is aanwezig durven zijn, ook als er geen oplossing is.

In de wijkverpleging kom je rouw overal tegen.
Bij cliënten die hun partner verliezen, bij mantelzorgers die overbelast raken, bij mensen die hun zelfstandigheid kwijtraken.
En soms bij collega’s die, net als jij, iets of iemand hebben verloren.

Rouw is geen uitzondering in ons werk, het is verweven met wat we doen.
Toch praten we er vaak weinig over.
We zijn getraind om te handelen, te plannen, te coördineren.
Maar niet om te blijven zitten bij iemand die huilt.
Niet om stil te zijn in het ongemak.

Toch is dat precies waar de kern van zorg ligt:
niet in het oplossen, maar in het aanwezig zijn.
Zoals Manu Keirse het zo mooi zegt:

“Rouw is liefde die haar huis kwijt is.”

Die zin raakte me diep, omdat hij iets laat zien wat we in de zorg vaak vergeten: achter elk verdriet zit liefde.
En liefde vraagt niet om oplossingen, alleen om erkenning.

In de opleiding leer je veel over protocollen, structuren en zorgplannen.
Maar niemand leert je wat je moet doen als iemand aan de keukentafel in tranen uitbarst.
Of als een collega na het overlijden van een cliënt stil blijft en zegt: “Het hoort erbij.”

Leiderschap in rouw betekent precies dát durven zien.
Niet wegkijken, maar blijven.
Niet troosten om te sussen, maar luisteren om te begrijpen.

Soms is leiderschap niet hardop praten, maar stil aanwezig zijn.
Soms is het durven vertragen in een wereld die haast heeft.
Soms is het zeggen: “Ik weet niet wat ik moet zeggen, maar ik ben er wel.”

Vier taken van rouw die mij hielpen om rouw beter te begrijpen, bij mezelf én bij anderen:

1. De werkelijkheid aanvaarden.
Dat klinkt eenvoudig, maar het is misschien wel het moeilijkste. Het besef dat iemand echt weg is, dringt vaak langzaam door.

2. De pijn doorleven.
Rouw doet pijn, fysiek, emotioneel, existentieel. Verdriet toedekken helpt even, maar het vertraagt het herstel.

3. Aanpassen aan een leven zonder de ander.
Nieuwe rollen, nieuwe routines, nieuwe betekenis vinden.

4. Het verlies emotioneel een plek geven.
Niet loslaten, maar anders vasthouden.

Als zorgverlener kun je cliënten begeleiden in dat proces. Niet door het over te nemen, maar door aanwezig te blijven, vragen te stellen, ruimte te maken.

We vergeten vaak dat zorgverleners zelf ook rouwen.
We verliezen cliënten die we jarenlang hebben verzorgd.
We dragen verhalen, beelden, geuren, woorden met ons mee.
En soms ook ons eigen verlies.

Maar de zorg vraagt zelden: “Hoe gaat het met jou?”
De werkdruk is hoog, de agenda’s vol, en verdriet krijgt geen plek op het rooster.

Toch is het noodzakelijk om stil te staan bij wat verlies met ons doet.
Want wie verdriet wegduwt, verhardt.
En verharding is het tegenovergestelde van zorg.

In mijn eigen team heb ik ervaren hoe waardevol het is om ruimte te maken voor rouw.
Een kaarsje branden, een kort moment van stilte, een gesprek in de koffiekamer.
Kleine dingen, maar ze maken groot verschil.

Ze zorgen ervoor dat we mens blijven in de zorg, niet alleen voor anderen, maar ook voor elkaar.

Leiderschap in kwetsbaarheid betekent:
jezelf toestaan mens te zijn.
Durven zeggen: “Dit raakt mij.”
Grenzen bewaken zonder je hart te sluiten.

Het betekent ook anderen uitnodigen om datzelfde te doen.
Want een cultuur waarin ruimte is voor verdriet, is een cultuur van vertrouwen en veiligheid.

We hoeven geen therapeuten te zijn.
We hoeven niet alles te kunnen dragen.
Maar we mogen wel aanwezig zijn, met zachtheid, eerlijkheid en aandacht.

Zoals een cliënt ooit tegen mij zei:
“Je hoeft mijn verdriet niet te dragen. Blijf gewoon even zitten, dat is al genoeg.”

Dat moment zal ik nooit vergeten.
Het was stil.
En in die stilte zat alles wat zorg voor mij betekent.

Rouw hoort bij het leven.
En dus hoort rouw ook bij de zorg.
We kunnen rouw niet plannen, niet versnellen, niet voorkomen.
Maar we kunnen haar wél erkennen, dragen en delen.

Als helpende, verzorgende, verpleegkundige, artsen en alle andere disciplines zijn we niet alleen zorgverleners, we zijn getuigen van menselijkheid in al haar vormen: vreugde, verlies, hoop en liefde.

En misschien is dat wel het mooiste aan ons vak:
dat we anderen mogen bijstaan op de meest kwetsbare momenten van hun leven.
En dat we daarin, stukje bij beetje, ook onszelf beter leren kennen.

🕊️ *Rouw is geen einde.

16/10/2025

Adres

Brugstraat 10
Berlicum
5258HT

Openingstijden

Maandag 09:00 - 17:00
Dinsdag 09:00 - 17:00
Woensdag 09:00 - 17:00
Donderdag 09:00 - 17:00
Vrijdag 09:00 - 17:00

Telefoon

+31616449908

Meldingen

Wees de eerste die het weet en laat ons u een e-mail sturen wanneer Meneer Hond Coaching nieuws en promoties plaatst. Uw e-mailadres wordt niet voor andere doeleinden gebruikt en u kunt zich op elk gewenst moment afmelden.

Delen

Share on Facebook Share on Twitter Share on LinkedIn
Share on Pinterest Share on Reddit Share via Email
Share on WhatsApp Share on Instagram Share on Telegram

“Vroeger verheugde ik mij op het weekend, nu verheug ik mij op Meneer Hond!”

Zwarte Labrador Floyd en Golden Retriever Maddy zijn gecertificeerde psychosociaal hulphonden. Bij Meneer Hond zij zijn onze co-coaches. Tijdens de coachsessies kun jij met een van hen samenwerken. Zij kunnen jou bijvoorbeeld iets leren over afstand en nabijheid, over stevig in je schoenen staan of over het duidelijk aangeven van grenzen. Het is ook mogelijk om op verzoek zonder hond te werken.

Bij Meneer Hond zien wij een diagnose als een vertrekpunt, want het is handig om met bepaalde zaken rekening te kunnen houden. Iemand met, bijvoorbeeld, autisme heeft nu eenmaal andere behoeften dan iemand met een depressie. Tegelijkertijd weten wij ook dat jij zoveel meer bent dan enkel jouw label! Ieder mens is uniek en daarom gaan wij uit van wat jij wilt en nodig hebt.

Wij gaan samen op pad om te bekijken wat voor jou werkt.

Meneer Hond heeft een eigen praktijk in Den Bosch, maar wij kunnen ook bij jou thuis of op locatie werken. Dus of je nu liever thuis op de bank zit, aan tafel met een kopje thee of in het bos loopt, het kan (bijna) allemaal.