Osteopathie voor paarden
Osteopathie is een holistische geneeswijze: het lichaam wordt als een eenheid beschouwd. Er wordt niet alleen naar een lokaal probleem gekeken, maar naar het gehele individu. Alle systemen in het lichaam moeten goed functioneren. Denk hierbij aan het zenuwstelsel, het spier- en bewegingsstelsel, de organen en de huid. Voor een goede samenwerking en balans moeten al deze s
tructuren in het lichaam goed kunnen bewegen. Het pariëtale systeem. Dit is het bewegingsapparaat van het paard, alle spieren pezen, botten, gewrichten, wervels etc.
2. Het viscerale systeem. Dit zijn alle organen en bloedvaten.
3. Het cranio-sacrale systeem. Dit zijn de schedel (cranium) en heiligbeen (sacrum). Deze zijn verbonden via de wervelkolom, het ruggenmerg en de vliezen om het ruggenmerg. Blokkades in het lichaam kunnen pijn of ongemak veroorzaken bij het rijden. Een paard kan dit uiten door bijvoorbeeld ineens problemen met bepaalde oefeningen te hebben of gedragsproblemen. Denk aan het aansingelen of op- en afstijgen, bokken, weigeren, moeite op één bepaalde hand, niet willen halsstrekken, overkruist galopperen etc. Andere problemen naast het rijden kunnen bijvoorbeeld zijn: hengstigheidsproblemen, koliekgevoeligheid, dampigheid, spierbevangenheid, nierproblemen (overmatig plassen), kreupelheden/onregelmatigheden, plotselinge gedragsverandering (nervositeit, in zichzelf gekeerd), headshaking, stalbenen, ataxie, etc. Een osteopaat lost blokkades op door middel van zachte, manuele technieken. Hierbij gebruikt de osteopaat alleen zijn handen en lichaam. Wanneer de blokkade waardoor de klachten ontstonden is opgelost, wordt het zelfhelend vermogen van het lichaam sterker. Het lichaam kan verder zichzelf herstellen. Preventief kan een osteopaat ook bijdragen aan een gezond en fit paard. Door kleine ongelukjes in de wei, in de kudde, op stal, of door emotionele spanning kan een paard lichte blessures of blokkades oplopen. Deze hoeven niet direct problemen te geven, maar kunnen op den duur wel klachten veroorzaken. Daarom is één of twee keer per jaar preventief nakijken en eventueel behandelen verstandig.