
17/07/2025
Een kind leert zintuigelijk: voelt, kijkt, ruikt, proeft en luistert en slaat zo zijn ervaringen op.
Bij jonge kinderen is zintuiglijke ervaring de eerste taal waarmee ze de wereld begrijpen.
De hersenen van een kind zijn nog volop in ontwikkeling en staan bijzonder open voor indrukken uit de omgeving. Geuren, geluiden, aanrakingen, bewegingen en visuele prikkels worden via het zenuwstelsel opgenomen en vormen letterlijk de eerste impressies die een kind helpen te onderscheiden wat veilig is en wat niet.
Deze vroeg zintuiglijke ervaringen worden impliciet opgeslagen, in het lichaam, het zenuwstelsel en in delen van de hersenen. Ze vormen de basis voor wat in de ontwikkelingspsychologie interne werkmodellen worden genoemd: onbewuste verwachtingspatronen over hoe relaties werken, hoe je lichaam voelt bij spanning of troost, en hoe je op situaties zou moeten reageren.
Hoe een kind wordt aangeraakt, aangekeken, toegesproken, vastgehouden en gehoord, vormt hoe het kind zichzelf ervaart.
Zintuiglijke ervaringen hebben een diepgaande invloed op hoe een kind over zichzelf gaat denken. Die invloed begint al in de eerste levensmaanden en vormt de basis voor het zelfbeeld, de lichaamsbeleving en het gevoel van eigenwaarde.