
23/07/2025
Vervolg orgaandonatie.
Spiritueel,
"De spirituele aspecten van orgaandonatie" laatste deel
4. Twee belangrijke kanttekeningen
A. Wat doen de medicijnen tegen afstoting?
• Elke orgaan heeft een eigen ethersfeer ofwel
een eigen etherisch lichaam. Maar: de ethersferen
van de verschillende organen vormen een geheel.
Neem je een orgaan weg, dan blijft daarom toch
het gehele etherische lichaam werkzaam.
• Alle organen hebben eenzelfde trilling.
Wordt een orgaan getransplanteerd, dan heeft dat
een trilling die afwijkt van het lichaam van de
ontvanger. Het lichaam wil dit vreemde orgaan
daarom afstoten. Dus: medicijnen tegen afstoting.
Maar wat doen die?
Die passen de trilling van het eigen lichaam en van
de eigen organen aan, en wel aan de trilling van
het nieuwe orgaan. Gevolg: het astraallichaam kan
zich moeilijker tot uitdrukking brengen door het
etherische lichaam heen, omdat de trilling daarvan
niet meer past bij die van het astrale lichaam.
Het gevolg is dat het karakter van de ontvanger
vervlakt, iets wat heel wat mensen hebben
waargenomen, zonder dat ze dat begrijpen konden.
B. Hoe zit het met het zenuwstelsel?
• Organen worden bij transplantatie wel op het
bloedvatenstelsel van de ontvanger aangesloten,
maar niet op diens zenuwstelsel.
Dat betekent dat er geen boodschappen, prikkels,
en herinneringen naar dat orgaan kunnen worden
doorgegeven en dat dit orgaan dus geen
specifieke herinneringen kan bewaren.
Dat betekent weer dat er bij de eerste terugblik
na de dood, herinneringstableau, bepaalde
herinneringen mogelijk ontbreken.
5. Hersendood is niet dood
Er zijn mensen die in een diep coma raken en van
wie niet verwacht wordt dat ze tot bewustzijn zullen
terugkeren:
Zij scoren op de Glasgow Coma Schaal 3 – 8 punten.
Zij worden hersendood verklaard, waarna de organen
uitgenomen mogen worden. Maar: van verschillende
mensen is bekend dat ze, hoewel hersendood
verklaard, toch weer tot bewustzijn terugkeerden.
Zie bijvoorbeeld het boek van Jan Kerkhoffs:
'Droomvlucht in coma' waarin hij vertelt hoe zijn vrouw,
toen hij in coma lag, weigerde toestemming te geven
om zijn organen uit te nemen. Een week later werd hij
alsnog wakker....
Dat laat zien dat hersendood niet betekent dat iemand
dood is! Hersendood is een fase in het sterfproces,
maar is niet de dood zelf!
• Denk bijvoorbeeld aan zwangere vrouwen die
hersendood verklaard waren, maar na een aantal
maanden toch een gezond kind baarden: een dode
kan geen kind baren. Ofwel: hersendood is niet dood!
• Een hersendode man kan een erectie krijgen:
hoe kan een dode man nu een erectie krijgen?
• Als een hersendode naar de operatiekamer gebracht
wordt, krijgt hij dikwijls anesthesie, verdoving, vanwege
het Lazarussyndroom: sommige hersendoden maken
vlak voor de uit name van de organen, afwerende
bewegingen met armen en benen.
• De Braziliaanse arts en neuroloog Cicero Coimbra
heeft methoden ontwikkeld om een hersendode weer
te genezen, o.a. met vitamine D3 en verschillende
hormonen.
6. De Nederlandse wetgeving
In 1967 vond de eerste harttransplantatie plaats in
Zuid-Afrika door dr. Christiaan Barnard: hij gaf een
55-jarige man het hart van een vrouw die bij een
verkeersongeluk om het leven was gekomen.
In 1968 vonden meteen al meer dan
100 transplantaties plaats! De Verenigde Staten
wilden meedoen. Maar waar moesten de harten
vandaan komen?
Toen ontstond de idee om patiënten die in een
diepe coma verkeerden, hersendood te verklaren
die tot dan toe als levend gezien!
Zo ontstond het hersendoodcriterium!
In 1998 trad in Nederland de wet op de
orgaandonatie in werking. In artikel 14 staat:
• dat hersendood betekent dat iemand dood is.
• Ook wordt iemand die hersendood is, een
beademd stoffelijk overschot genoemd.
7. De visie van Marieke de Vrij
• De donor en de ontvanger zijn tot elkaar
veroordeeld; hun ziele informatie is verstrengeld
geraakt.
• Zijn er verschillende ontvangers, dan is die
verstrengeling met andere mensenzielen nog
ingewikkelder.
• Behoud van zielseigenheid is van cruciale
betekenis!
• Zolang het hart, en/of andere organen, nog
klopt in het lichaam van de ontvanger, kan de
donor zich niet terugtrekken in de geestelijke
wereld.
8. De Egyptische cultuurperiode gespiegeld
• De Egyptische cultuurperiode was de derde
na-Atlantische cultuurperiode: 2907 – 747 v. Chr.
• In die tijd werden Farao’s en andere
vooraanstaanden gebalsemd en gemummificeerd.
• Omdat het etherische lichaam nog niet was
losgekomen van het fysieke lichaam, bleef de ziel
van de gestorvene bij het mummificeren nog met
het fysieke lichaam verbonden.
• Deze organen werden behandeld en bewaard in
kruiken die canopes worden genoemd.
• De priesters deden dit met opzet: zo werd de
gestorvene, wiens ziel nog verbonden was met
het gemummificeerde lichaam, een kanaal voor
de priesters. Dankzij dit kanaal bleven zij
verbonden met de geestelijke wereld.
• De priesters hadden een dergelijk kanaal nodig,
omdat omstreeks 3000 v. Chr. het Kali Yuga was
begonnen, ofwel het IJzeren Tijdperk, waarin de
helderziende verbinding met de geestelijke
wereld stap voor stap verloren ging.
• De mummificering had grote gevolgen voor de
gestorvene: hij kon niet opklimmen tot in de
hogere geestelijke werelden en zijn aandacht
werd in versterkte mate gericht op de aardse
wereld. Daardoor kwam de gestorvene in een
volgend leven terug met een grote aandacht
voor de wereld van de materie.
• Toen was dat goed: de mens moest toen nog
leren zich thuis te gaan voelen op aarde, in de
wereld van de materie.
• In dit opzicht is orgaandonatie in deze tijd niet
goed. Want orgaandonatie bindt de gestorvene
aan de aarde, richt hem op de materie en maakt
hem materialistisch, terwijl de mens in deze tijd;
nu het Kali Yuga in 1899 geëindigd is, zich nu juist
stap voor stap van de materie moet losmaken om
zich te leren richten op de wereld van de geest.
Wij leven nu in de vijfde na-Atlantische
cultuurperiode (1413 – 3573 na Chr.).
De vijfde periode spiegelt altijd de derde.
In de derde moest de mens zich leren richten op
de materiewereld, en daarom was mummificatie
toen zinvol.
In de vijfde moet de mens zich juist los gaan maken
van de materie om zich te richten op de geestelijke
wereld. Daarom moet de mens in deze tijd ontdekken
dat orgaandonatie juist niet goed is!
9. De strijd tussen Michaël en Ahriman (duivel)
Tussen 1841 en 1879 vond de strijd tussen Michaël
en Ahriman in de etherische wereld plaats. Inzet was
de poging van Ahriman om mensen die op weg
waren naar de aarde, naar een nieuwe incarnatie,
andere ouders, etcetera, te laten kiezen dan
gepland, zodat de afwikkeling van hun karma
verstoord zou worden. Daardoor zou de mens zich
niet meer op de juiste wijze kunnen ontwikkelen
en geestelijk kunnen groeien. Deze strijd eindigde
met de val van Ahriman op aarde in 1879.
Nu wordt die strijd opnieuw, maar nu op aarde
gevoerd: in de harten van de mensen!
Opnieuw dreigt nu het karmische patroon in de
war te raken en wel door orgaandonatie, waarbij
er, in de terminologie van Marieke de Vrij, een
zielsverstrengeling plaats vindt en de zielseigenheid
van de donoren verstrooid raakt.
Daardoor zullen donor en ontvanger in volgende
incarnaties nauw met elkaar verbonden zijn, ook
dan, wanneer dat karmisch niet zo bedoeld is.
Zal het Ahriman nu wel lukken om het karmische
patroon te verstoren?
Het antwoord ligt in onze handen!
Orgaandonatie heeft dus ingrijpende gevolgen,
zowel voor de ontvanger als voor de donor.
Ieder zal bij zijn/haar beslissing deze gevolgen
mee moeten wegen.
Hans Stolp