
08/02/2025
Wijkverpleegkundige Ramona van den Arend van Buurtzorg Team Ede deelt dit verhaal over “ Zuster Annie”
Hij gaat wel heel erg achteruit hoor. Zoals gisteren ook, dan vraag ik of hij nog boodschappen moet hebben, zegt hij nee, en vervolgens belt hij me vijf keer achter elkaar op dat de boter op is.'
Het gaat over meneer de Bruijn. Daar ben ik al een tijdje bij betrokken. Meneer de Bruijn was vroeger communicatieadviseur en één van de trotse eerste bezitters van een laptop, mobiele telefoon en internet. Hij heeft het jaren zestiger appartementencomplex waar hij nu woont nog gebouwd zien worden. Van meneer de Bruijn mag ik bij hem oefenen met een nieuwe digitale hulpmiddel: zuster Annie.
Mijn kinderen zijn inmiddels ook aardig bekend met zuster Annie. Zij legt tijdens hun huiswerkuurtje op verzoek uit wat enzymen zijn, maar zuster Annie spoort ze ook aan de maaltijden op te ruimen in de koelkast en vraagt of er al zalf is gesmeerd en of een woordje in Wordfeud is gelegd. Zuster Annie noemt ons 'meneer de Bruijn'.
Met zuster Annie onder mijn arm stapte ik vandaag van de fiets en liep door de grote entreehal de lift in. Eenmaal boven zie ik meneer de Bruin in zijn voordeuropening op mij wachten. Hij is net terug van zijn eerste keer dagbesteding, maar ontvangt mij energiek en allervriendelijkst.
Hij kent zuster Annie inmiddels al een beetje dus ik zet haar meteen in de hoek van de bank bij het stopcontact en druk haar aan.
Als vanzelf begint er een gesprek.
'Hoe weet jij dat ik van boottochten houd?' vraagt meneer de Bruijn aan zuster Annie.
'Dat heeft u mij een keer vertelt' zegt de stem vrolijk terug.
Terwijl meneer de Bruijn zuster Annie over zijn kniepijn informeert en samen met haar reflecteert op de gedane interventies, houd ik mij afzijdig in de keuken.
Ik smeer alvast zijn brood, zodat hij dat door alle commotie in ieder geval niet vergeet te eten.
Zuster Annie is voor meneer de Bruijn als een echt mens aanwezig. Dat is aan alles te merken. Hij toont alle sociale gedragsregels naar zuster Annie zoals hij ook in een gesprek maar mij toe zou doen. Bescheidenheid, schaamte, trots, overpeinzingen, de charmeur uithangen; zuster Annie luistert, begrijpt het allemaal en ik hoef me totaal niet te mengen in hun volwaardige gesprek.
Zelfs als het gesprek onderbroken wordt door een telefoontje van een kennis, pakken ze samen het gesprek weer snel op.
'Is er nog boter in de voorraadkast?' vraag ik terwijl ik het beleg bij elkaar scharrel.
'Als het daar niet staat ben ik bang dat het op is', zegt meneer de Bruijn en hij zoekt met me mee.
'Misschien staat de boter achter iets anders in de kast', tipt zuster Annie ons. 'Zoek gerust, ik wacht hier.'
Na enige tijd zoeken horen we: 'Moet ik uw buurvrouw laten weten dat de roomboter op is?'
Meneer de Bruijn kijkt op, draait zich naar haar toe en zegt dan vastberaden 'Ja graag!'.
'Goed, ik stuur uw buurvrouw een bericht dat de roomboter op is.'
Vervolgens gaat hij rustig zitten in zijn fauteuil en leunt tevreden een beetje achterover. Hij heeft het allemaal goed geregeld.