21/11/2025
Proloog
18 jaar geleden
Eva zat ineengedoken in de kleine, donkere ruimte. Haar ademhaling was oppervlakkig, haar vingers verkrampt om haar knieën. Ze durfde nauwelijks te bewegen. De geur van stof en vocht hing zwaar in de lucht, een stille getuige van de verwaarlozing en het verval. Het huis dat ooit een thuis had moeten zijn, was een
gevangenis geworden, een plek waar hoop en liefde allang hadden plaatsgemaakt voor angst en pijn.
Haar ouders waren monsters in menselijke gedaanten. Ze hadden haar en Kristel nooit gezien als kinderen, als dochters die liefde en zorg verdienden. Nee, ze waren niets meer dan een middel, een excuus om toeslagen te ontvangen, geld dat linea recta verdween in hun verslavingen. Elke avond lagen haar ouders laveloos op de bank, de vloer bezaaid met lege flessen en verpakkingen.
Eva en Kristel wisten dat ze stil moesten zijn, onzicht-baar moesten blijven. Maar zelfs dat bood geen garantie op veiligheid. De woede van hun ouders was onvoorspelbaar. Soms was het een klap, soms een trap, soms urenlange vernedering. En altijd die kettingen, de ijskoude stalen schakels om hun enkels, een constante herinnering aan hun gevangenschap.
Ze waren de wereld vergeten, en de wereld had hen vergeten. De enige troost die ze hadden, was elkaar. Ze ontwikkelden een geheime taal, een dialect van blikken en subtiele gebaren. Het was hun manier om te ontsnappen, om iets te hebben wat hun ouders hun niet konden afnemen. Ze droomden van een leven buiten deze muren, van gras onder hun blote voeten, van zonlicht op hun huid. Maar dromen boden geen bescherming tegen de realiteit.
Op die ene dag, die dag waarop alles veranderde, zat Eva met haar rug tegen de badkamerdeur gedrukt. De schoonmaakdag. De enige dag in drie maanden dat hun kamer werd betreden en de emmers met uitwerpselen eindelijk werden geleegd. Hun moeder had hen in de badkamer opgesloten, zoals altijd. Maar deze keer had ze en fout gemaakt. Eva voelde het meteen. De deur klikte niet volledig in het slot.
Haar hart begon te bonzen in haar borstkas. ‘Kristel,’ fluisterde ze. ‘De deur…’
Haar zus keek haar met grote ogen aan. Even was er enkel stilte, het geluid van hun ademhaling. Toen knikte Kristel. Voorzichtig, alsof ze bang was de kans te laten vervliegen, opende Eva de deur en gluurde de gang in. Leeg. De geur van schoonmaakmiddel prikte in haar neus. Dit was hun kans.
Ze kropen richting de trap, hielden elkaars hand stevig vast. Maar net op het moment dat Eva haar voet op de eerste trede zette, kraakte het hout. Het geluid sneed door de stilte als een mes. In een fractie van een seconde klonk er gestommel vanuit de slaapkamer. Hun vader.
De deur werd opengerukt. Zijn ogen waren
bloeddoorlopen, zijn handen gebald tot vuisten. ‘Wat dénken jullie dat jullie aan het doen zijn?’ Eva handelde uit instinct. Ze greep Kristels arm en samen duwden ze. Hun vader verloor zijn evenwicht. Een kreet van woede en paniek vulde de gang terwijl hij achterover de trap af donderde. Zijn lichaam kwam onderaan de trap tot stilstand. Bewegingloos.
Eva’s adem stokte. Was hij dood? ‘Dit is onze kans!’ riep ze tegen Kristel, maar nog voordat ze een stap konden zetten, vloog de voordeur open.
Jullie hebben zojuist een fragment gelezen uit de thriller "De kettingreactie" van Erik Jansema. "De kettingreactie" is vanaf 12 december verkrijgbaar als paperback en als e-book, maar het is nu al te reserveren via https://www.uitgeverijkeytree.nl/webshop.html
Volgende week plaatsen we nog een fragment, dus houd onze pagina’s goed in de gaten.