04/11/2025
TAAK INITIATIE: een beschrijving van een EXECUTIEVE FUNCTIE
(Het is een flinke lap tekst geworden, maar misschien kan je, in het kader van taakinitiatie 😜, jezelf er toe zetten om het helemaal te lezen) 😁
Met taakinitiatie wordt bedoeld: “het vermogen om zonder uitstel en dralen aan een taak of handeling te beginnen en zelfstandig ideeën, antwoorden of probleemoplossende strategieën te gebruiken”.
Taakinitiatie is 1 van de 11 executieve functies en wordt aangestuurd vanuit de prefrontale cortex, het deel aan de voorkant van de hersenen. Het zijn de “verkeersregelaars” van ons denken en doen. Door een minder goede rijping van de hersenen, en dan met name van de prefrontale kwab, kunnen executieve functies minder goed ontwikkeld zijn.
Je herkent het vast wel, die volwassene die het klusje dat gedaan moet worden voor zich uit blijft schuiven. Of je (puber) zoon of dochter, die je moet blijven aansporen om het huiswerk te gaan maken. Of dat kind in je klas dat maar moeilijk zelfstandig aan een taak kan beginnen en vaak even jouw bevestiging nodig heeft.
Bij problemen met de taakinitiatie gaat het niet om zaken die we wíllen doen, waar we gemotiveerd voor zijn. Taakinitiatie doet een beroep op je inzet bij díe taken die we juist vervelend en saai vinden.
Taakinitiatie kunnen we al vroeg in de ontwikkeling van een kind zien en stimuleren. Als ouders dagen we een baby van een paar maanden al uit om iets gedaan te krijgen. We dagen ze uit om hun aandacht te vragen, naar je te lachen of een woordje te zeggen. De “beloning” die ze daarvoor krijgen in de vorm van een knuffel of hoog klinkende “goedzooooo!”, maakt dat ze “aangezet worden”.
Als ze nog iets groter zijn, zullen ze om een speeltje te kunnen pakken er zelf naar toe moeten rollen, tijgeren of kruipen. In deze periode wordt onbewust hard gewerkt aan het zelfstandig doelgericht kunnen handelen en een opdracht kunnen uitvoeren. En daaraan gekoppeld de les dat je ergens voor moet werken om iets gedaan te krijgen. En daaraan zit dus o.a. de executieve functie “taakinitiatie” verbonden.
Een kind of volwassene met een probleem met deze executieve functie, wordt onterecht nog wel eens gezien als lui, ongeïnteresseerd, ongemotiveerd of onoplettend. Ik zeg bewust “onterecht”, omdat het gedrag wat zichtbaar wordt niet bewust gekozen is. Het is werkelijk een onvermogen door onrijpheid van (een deel) van de hersenen.
Gedurende de basisschoolleeftijd zal taakinitiatie steeds makkelijker moeten worden, totdat de hormonen om de hoek komen kijken. Tijdens de puberteit zorgen de hormonen ervoor dat alles weer in de war raakt. Dit is dé leeftijd dat er een enorm beroep gedaan wordt op alle executieve functies en met name op impulsbeheersing en het werkgeheugen. Beide staan naast taakinitiatie. Het is dan ook niet gek dat pubers vaak bezig zijn met andere zaken, dan dat wij als ouders zouden willen.
De ontwikkeling van taakinitiatie bij kinderen kan globaal als volgt ingedeeld worden:
* peuter en kleuters
- voert een instructie van een volwassene meteen uit als deze gegeven wordt
- stopt met spelen om een instructie van een volwassene op te volgen
* groep 2 tot en met 4
- kan meteen met een taak beginnen nadat de leerkracht de opdracht gegeven heeft
- kan eenvoudige dagelijks terugkerende activiteiten bestaande uit 1 of 2 stappen onthouden en uitvoeren
* groep 6 tot en 7
- kan na enige oefening dagelijks terugkerende activiteiten bestaande uit 3 of 4 stappen onthouden en uitvoeren
- kan in de klas 3 of 4 taken achter elkaar uitvoeren
* groep 8 en brugklassers
- kan met minimale uitstel, en eventueel een geschreven herinnering, op de afgesproken tijd met een huishoudelijk klusje beginnen
- kan ophouden met een leuke activiteit als hij of zij zich een verplichting herinnert.
Taakinitiatie kan je trainen. Hieronder wat tips:
• Geef als ouder het goede voorbeeld door zelf te doen wat gedaan moet worden en uitstel gedrag niet “gewoon” te maken.
• Maak opdrachten behapbaar. Deel het op in stukken die haalbaar zijn, zodat er motivatie door “het behaalde resultaat” ontstaat.
• Doe een klus eventueel samen om de betrokkenheid te vergroten.
• Maak de taak interessant (!). Door er bijvoorbeeld een spelletje van te maken, kan het voor een kind makkelijker zijn om zich in te zetten.
• Laat je kind meedenken over het moment dat, en hoe, een taak uitgevoerd gaat worden.
• Spreek met je kind af hoe je hem of haar mag aansporen als het nodig is. Bijvoorbeeld door het gebruik van een keukenwekker, of een vaste tijd waarop je mag zeggen dat het aan z’n taak moet beginnen.
• Maak taken zichtbaar. Bijvoorbeeld door een briefje op de keukentafel te leggen ter herinnering of een (whiteboard) dagplanner te gebruiken.
• Beperk afleidende zaken als computer, telefoon, laptop, speelgoed in de directe omgeving van waar de taak volbracht moet worden.
Een “haperend”, of minder goed ontwikkelde, taakinitiatie komt bij verschillende diagnoses naar voren. Zo zie je het bijvoorbeeld bij ADD en ADHD, maar ook op latere leeftijd bijvoorbeeld bij dementie en Alzheimer. Daarnaast kan een probleem met deze (en andere) executieve functie(s) ook een gevolg zijn van actieve of niet goed ontwikkelde primaire reflexen. Mocht het trainen ervan niet lukken of geen blijvend resultaat geven, dan kan het lonen om eens contact op te nemen met een MNRI® reflexintegratiebehandelaar.
Kijk op https://mnrigids.masgutovamethode.nl/ voor een behandelaar bij jou in de buurt.
Op mijn website heb ik een artikel geschreven waarin ik alle 11 executieve functies beschrijf. Via deze link kom je daar: https://www.kienenkundig.nl/executieve-functies-de-verkeersregelaars-van-ons-denken-en-doen/mijn-blogs/
Margreet Leeflang-Wobbes
www.kienenkundig.nl
Bron: “Slim maar” van Peg Dawson en Richard Guare en “Vergeten, kwijt en afgeleid” van Joyce Cooper-Kahn en Laurie Dietzel