03/03/2019
De vechtscheiding en de strafrechter
Hieronder een sterk verkorte versie van mijn pleitnota voor de strafrechter in een vechtscheiding. Alle namen zijn veranderd. Helaas is het wel een zaak die echt heeft gediend bij de strafrechter. Ik begin mijn pleidooi nadat de officier van justitie twaalf maanden gevangenisstraf heeft geeist aan het eind van haar requisitoir waarin mijn cliënte als een leugenachtige kindermishandelaar wordt afgeschilderd.
Maar voordat ik begin verzoek ik de rechtbank om het filmpje uit de tijd van de tenlastegelegde feiten dat ik aan het dossier heb laten toevoegen af te spelen op de twee grote schermen in de rechtszaal. Daarop is te zien hoe mijn cliënte liefdevol met haar kinderen omgaat en zij haar ook als een lieve moeder benaderen. Om alvast wat tegenwicht te geven aan het verhaal van de officier van justitie. Ook verzoek ik de door de officier van justitie geweigerde stukken aan het dossier toe te voegen. Een rapport van de Raad voor Kinderbescherming. Kopieën van hele nare berichten van de vader aan mijn cliënte. Stukken waaruit blijkt aan welke geestelijke stoornissen vader lijdt. De rechtbank heeft daar, in tegenstelling tot de officier van justitie, geen bewaar tegen.
In de krant staat de volgende dag een stukje van een regel of vijf, zo overgenomen van de officier van justitie. Mijn cliënte die mij daarna huilend opbelt. Hoe moet zij nu verder? En haar twaalfjarige zoon, wat moet die zeggen op school? Zijn moeder in feite als kindermoordenaar beschreven. Het staat in de krant. Dus het is waar. De officier van justitie zal toch niet zomaar twaalf maanden eisen? Dan moet er best wel wat aan de hand zijn…
Ik ben er van overtuigd dat zij niet schuldig is. Mijn kantoor staat haar al jaren bij, van vlak na de echtscheiding. Wij kennen haar goed. Geen leuke zaak om te doen. Wat als het misgaat? Ik kan mij niet voorstellen dat zij veroordeeld wordt. Maar wat als ik het mis heb? Dan moet zij in hoger beroep nog een keer de ellende meemaken van vervolgd te worden voor mishandeling van het kind dat zij tevergeefs probeerde te redden. Haar eerstgeborene, die er zelf voor koos om niet meer verder te leven.
Ik begin mijn pleidooi.
PLEITNOTA mr W.J.J. Trooster Zitting meervoudige strafkamer
Kindermishandeling staat er boven het proces-verbaal. Daarboven een stempel. Ingekomen ten parkette: 17 mei 2018. Een foto van het politiebureau in Schiedam. Er onder haar naam. C. S, geboren op 12 april 1976 te Karangasem, Indonesië.
Kindermishandeling. Pleegdatum 2 maart 2002. Nu bijna 17 jaar geleden. Op die dag is hij geboren. Sjoerd Peter de Wit. Zo is hij genoemd. Peter naar zijn opa van vaderszijde. De achternaam van zijn vader.
Sjoerd diende zich aan op vrijdag 1 maart 2002 om 10 uur ’s ochtends. Het was een waterkoude dag. Gevoelstemperatuur 0,9 graden Celsius. De vaste verloskundige was op vakantie. Tussen regen en opklaringen door komen en gaan de weeën. Om 19:00 besluit de vervangende, voor cliënte vreemde verloskundige om naar het ziekenhuis te gaan. De weeën gaan door. Er is geen arts in het ziekenhuis. Alleen de assistent. Hetzelfde ziekenhuis waar haar schoonzus samen met haar kind overleed bij de bevalling. Weeën, weeën, maar geen ontsluiting. De hartslag van de baby loopt op. Geen ontsluiting, De gynaecoloog wordt midden in de nacht wordt opgeroepen. Geen ontsluiting maar wel weeën. Het
hartje van de baby dat steeds sneller slaat. De schoonzus. De schoonzus. De pijn. De angst om te sterven. De gynaecoloog arriveert. Alles gaat snel. Spoedkeizersnee. De lampen aan het plafond van de gang onderweg naar de o.k. schuiven naar achteren. De handen van de anesthesist die het kapje op haar mond plaatst. Dan niets meer.
In het bed ligt naast haar een baby. Zij voelt zich leeg. Helemaal leeg. Alsof zij in een andere wereld is. Een ander mens, vervreemd van zichzelf. Waarom ben ik zo, vraagt zij zich af. Het voelt niet als haar baby. Er komt geen antwoord. Het gevecht tegen het gevoel van leegte, van vervreemding. Hoe kan ik in die leegte die baby naast mij liefde geven?
Dan naar huis. Eenzaam, leeg, verdrietig. Schaamte om de innerlijke leegte. Gevangen in een gevoel dat zij niet kent, waar zij niet uit kan breken. Hoe kan een moeder zich, met haar pasgeboren baby op schoot, zo leeg voelen? Ze wil iemand anders zijn. Zichzelf weer zijn. Misschien komt het gevoel weer terug. De baby zal er niets van mogen merken, zij zal haar best doen om hem niets te kort te laten komen. Ze zal goed voor hem zorgen, hem niets tekort laten komen, goede voeding, op tijd luiers, hem tegen haar aan koesteren, tegen de leegte weliswaar, maar hij zou het niet mogen merken.
Niemand zou het mogen merken trouwens, dat zij tekort schiet als moeder. Een moeder die geen liefde voelt, zelfs niet voor haar kind. De schaamte. Niemand mag het weten. Het zal vanzelf wel goed komen. De koude leegte zal worden gevuld met warme liefde, straks, als zij weer zichzelf is, als zijzelf zich weer teruggevonden zal hebben.
De baby zal niets tekort mogen komen. Hij kan er niet aan doen. Aan haar leegte. Zij voelt zich een eenzame robot. Een wand van ijs tussen haar en het leven. Een wand die maar niet smelt. Het huis dat in een bouwplaats verandert. Jarenlang. De baby die groeit, verandert in een peuter waar zij haar handen vol aan heeft. Overdag werken, ’s middags terug naar de bouwplaats met een peuter die vaak huilt, krijst en regelmatig met zijn hoofd tegen de muur of op de grond bonkt. Vaak ook ’s nachts huilt, waardoor de nachtrust er bij inschiet. Een liefdeloos huwelijk. Haar man die in de kroeg zit. Gokverslaafd. Gediagnosticeerd (in 1998) met een ‘Emotioneel instabiele persoonlijkheidsstoornis/Borderline’. De eenzaamheid, de leegte, het verdriet, de schaamte. Er alleen voorstaan, in een ver en koud land, ver weg van de klanken van de gamelan, conversaties in het zangerige Bahasa Bali, haar moeder en familie die ze mist.
De baby gaat na haar zwangerschapsverlof het eerste half jaar twee dagen in de week naar oma. Daarna gaat hij naar de crèche. Oma, waar ze nog heeft gewoond toen zij pas in Nederland kwam. Toen alles nog mooi was. Mooi leek. Oma die zich overal mee gaat bemoeien. Waar zij eerst geen weerwoord tegen heeft. En alleen maar klagen. Altijd maar klagen en praten over zichzelf. Niet in staat zich in te leven in haar situatie, getrouwd met een man die alsmaar in de kroeg zit en daar zijn geld vergokt. Maar al snel gaat het niet meer. Ze is niet getrouwd met oma. Een half jaar na de geboorte van Sjoerd is het op. Ze kan ze er niet meer tegen. Sjoerd gaat nu op al haar werkdagen naar de crèche en ziet zijn oma alleen nog in de weekenden als haar man met hem naar zijn moeder gaat. Oma komt niet meer bij haar thuis.
Ze gaat trouw naar het consultatiebureau. Schaamt zich om iets te zeggen over de situatie thuis. De bouwplaats. De peuter groeit. Zijn driftbuien houden aan, nemen toe. Hij wil niet in zij eigen bed slapen, alleen bij zijn ouders in bed. Ze staat er alleen voor. Kennelijk is dit wat het is. Ze doet haar best om het huishouden draaiend te houden. In haar eentje. Op de bouwplaats die het huis is geworden. Haar man die ineens het huis volledig gaat verbouwen. Zonder enig overleg. Zonder rekening te houden met wat het stof van de verbouwing doet voor de bronchitis van Sjoerd.
Ze doet alles wat een moeder zou doen voor haar kind. Dat het niet aanvoelt zoals ze had verwacht dat een eigen kind zou aanvoelen maakt niet uit. Kennelijk is dit het. Het kind komt niets tekort. Ze
verzorgt het als ware het niet haar eigen kind. Liefdevol. Knuffelen, strelen, op schoot zitten. De baby merkt niets van haar gevoel, van het ontbreken daarvan. Je kunt het kind van een ander immers ook liefdevol opvoeden. Alleen het gedrag van haar kind, dat hij gaat ontwikkelen als peuter, daar heeft zij geen antwoord op. Autistische trekken, zo zal het later worden benoemd. ASS. PPD NOS. Maar daar heeft zij dan nog geen besef van. Het is haar eerste. Hoe kan zij weten dat het ook anders kan zijn?
Op 8 augustus 2006 wordt haar tweede kind geboren. Weer een keizersnee, maar nu gepland en zonder volledige narcose. Nu voelt zij, in tegenstelling tot na de geboorte van haar eerste, wel een warmte van dit kind, dwars door de ijzig koude innerlijke leegte, dwars door de muur van ijs om haar heen, dwars door het duister van haar niet zelfbenoemde, zelfherkende depressie. Voor het eerst bemerkt zij dat zij voor een kind wel liefde kan voelen. Maar ondanks de warmte die zij voelde na de geboorte van de tweede wordt de leegte niet gevuld. De spanningen thuis lopen op. Er ontstaan financiële problemen. De stress van aanmaningen op de deurmat. Ruzies. Volgens haar man is zij een hersenloos varken en kan zij beter voor de trein springen. Zij is niets en nergens zonder hem, krijgt zij keer op keer te horen. Waar zij langzaam maar zeker in gaat geloven. Waardoor zij zich steeds maar klein en onzeker gaat voelen. Haar man, die na de geboorte van Wouter in de ziektewet zit. Niet meer werkt. Tot heden. Burn Out. Gediagnosticeerd met PTSS en ‘Emotioneel instabiele persoonlijkheidsstoornis/Borderline’.
Als Sjoerd net zeven is krijgt zij (op eigen verzoek) iemand over de vloer van TriviumLindenhof, (Opvoeden Nu), een ambulant pedagogisch medewerkster die haar helpt hoe zij met Sjoerd en zijn driftbuien om moet gaan. Sjoerd die autistische trekken vertoont. Vaak in zijn eigen wereld zit. Hoe zij hem het beste kan corrigeren. Een systeem van drie stappen. Straffen, belonen, complimenteren. Voor straf naast de trap staan. Consequent en duidelijk zijn. Dit brengt aanvankelijk verlichting en verbetering.
Op een dag gaat het niet meer. Het gaat niet over. De kille leegte blijft. Ze weet niet meer hoe ze met zichzelf om moet gaan. Geen uitweg in zicht. Doodsgedachten. Ze meldt de problemen bij de huisarts. Een verwijzing naar de psycholoog volgt. Ze krijgt antidepressiva voorgeschreven. De behandeling lijkt te helpen maar drie maanden later, in september 2008, neemt ze, in een impuls, de hele voorraad Exefor in om afscheid te nemen van het leven. Haar echtgenoot vindt haar in de badkamer (zijn commentaar: “Doe niet zo stom”), belt zijn moeder die komt kijken en adviseert om de ambulance te bellen. Veel spijt toen zij wakker werd. Ontzettende spijt. Achteraf wijt zij de impulsieve suïcidepoging aan de bijwerkingen van de antidepressiva, waarmee zij na haar suïcidepoging direct geheel is gestopt.
Daarna komt alles in een stroomversnelling. Er komt gezinstherapie (ergens in 2010 van Yulius RMPI) (met goed resultaat afgesloten) en een tijdje lijkt het ook beter te gaan met haar huwelijk. Sjors gaat niet meer naar het café, gokt niet meer en doet nu ook dingen met de kinderen. Maar na niet al te lange tijd vervalt haar man weer in oude gewoontes en is zij weer terug bij af.
Ze gaat hardlopen. Zichzelf ruimte geven. Een keer ook aan zichzelf denken. In een gesprek met de psychiater (RMPI) dringt het eindelijk door als hij haar vertelt dat ze getrouwd is met een beschadigde man en haar vraagt waarom ze niet gaat scheiden. Scheiden, dat was een gedachte die zij daarvoor voor onmogelijk hield. Zij, hier helemaal alleen in een ver vreemd land. Scheiden, dat iets is dat je niet doet in haar cultuur.
Vader doet in december 2011 thuis een suïcidepoging met een overdosis pillen. Hij wordt door zijn moeder die op bezoek kwam op bed gevonden en trekt na zijn ontslag bij GGZ Delfland weer bij zijn moeder in.
Sjoerd trekt zich de scheiding aan. Hij hoort van zijn vader dat het zijn moeder is die wil scheiden. Vader wil niet scheiden. Sjoerd trekt zich het lot van zijn vader aan. De relatie met zijn moeder komt daardoor onder druk te staan. In mei 2012 doet moeder een poging om de relatie met Sjoerd te verbeteren. Zij neemt hem mee op vakantie naar haar geboorteland, Bali. Wouter blijft thuis.
Niet lang daarna zitten zij samen bij de door vader geregelde scheidingsbemiddelaar. Vader wil de scheiding niet. Meent dat hij niet zonder haar kan. Toch werkt hij mee aan de scheiding. Er worden goede afspraken gemaakt over de gevolgen van de scheiding. Goede afspraken over de kinderen. Sjoerd blijft bij zijn vader en oma wonen. Tijdelijk, denkt ze. Sjoerd is boos omdat mama wil scheiden en papa niet. Dat heeft hij gehoord van zijn vader. Voor Wouter wordt een co-ouderschapsregeling afgesproken. Voor Sjoerd, die dan al lang bij zijn vader en oma woont en in behandeling is bij Yulius (vader en zoon opname), wordt afgesproken dat hij niet verplicht naar zijn moeder hoeft maar dat zijn vader er alles aan zal doen om zo goed als mogelijk de band met zijn moeder te stimuleren.
Helaas zal dit de vader in het geheel niet lukken, zal later blijken. De scheiding wordt ingeschreven op 29 juli 2013.
Het gaat echter niet lang goed. Mijn cliënte ziet dat het steeds slechter gaat met Sjoerd. Sjoerd wil niet meer naar haar toe en zij is bang dat hij uitsluitend onder invloed van zijn vader verder achteruit zal gaan. Zij ziet het onder haar ogen gebeuren. Hij wordt gehaald en gebracht van en naar school, hij stopt met sporten waar hij altijd plezier in had, hij speelt niet meer buiten maar speelt alleen in haar ogen enge computerspelletjes boven op zijn kamer. Zij ziet een kind, zwaarbeladen met volwassen problemen, die haar zegt: “Mamma, wij hebben geen geld”. Als zij dan zegt dat dat zijn zaken niet zijn dan antwoord hij dat hij anders wel straks op straat staat. Ook de meester van de basisschool maakt zich zorgen. Zij maakt zich er zorgen over dat Sjoerd nog steeds bij zijn vader in bed slaapt. Zij kan het niet laten gebeuren. In 2013 verzoekt zij daarom aan de rechtbank om Sjoerd weer bij haar te laten wonen. Vader verzoek op zijn b***t nihilstelling van partneralimentatie. De rechtbank vraagt advies van de Raad voor Kinderbescherming. Er volgt een beschermingsonderzoek met advies ondertoezichtstelling (OTS) en op 6 oktober 2014 wordt de Sjoerd onder toezocht gesteld van Jeugdzorg. Moeder had al vrijwillig ingestemd met het stopzetten van de partneralimentatie.
In deze periode begint voor het eerst de beschuldiging van kindermishandeling. Vader stelt dat moeder Sjoerd in zijn vroege jeugd veelvuldig heeft mishandeld en dat Sjoerd daarom niet naar zijn moeder wil. Terwijl in het hele aan de scheiding voorafgaande hulpverleningstraject is nooit eerder over een mishandeling gesproken.
===========================
Woensdag 18 april 2018 zeven uur ’s ochtends. Een gewone ochtend. Het zal een mooie zonnige dag worden waarop de temperatuur 25 graden zal bereiken. Een temperatuurrecord voor april. Cliënte zit aan het ontbijt met haar partner, de zes maanden oude baby en de elf jaar oude Wouter. De bel gaat. Er staan zes agenten voor de deur. Twee politieauto’s. Mijn cliënte wordt op last van de officier van justitie buiten heterdaad aangehouden en gefouilleerd. Wouter blijft compleet in paniek huilend achter bij de verbijsterde nieuwe partner van cliënte. Ze wordt meegenomen naar het politiebureau, haar foto en vingerafdrukken gemaakt en ze wordt in een hokje met een deur met een raam opsloten. Er lopen politiemensen langs die haar kunnen zien. Te kijk. Ze krijgt een folder over de rechten van volwassenen. Of ze een advocaat wil.
Aangehouden door de politie. Mishandeling. Ze wist dat Sjoerd aangifte had gedaan. Sjors had gezegd dat ze wel twee jaar de gevangenis in zou gaan. En haar baan zou verliezen. Niet meer in de zorg zou mogen werken. De nachtmerrie gaat door. De strijd om een normaal leven. Om gelukkig te
kunnen zijn. Gevlucht uit een desastreus huwelijk. Terwijl zij langzaam opkrabbelt en haar leven op orde krijgt ziet ze dat het mis gaat met haar oudste zoon, Sjoerd. Die bij zijn vader en oma is blijven wonen na de scheiding. Die alleen maar in zijn kamer achter de computer zit. Waarmee het steeds slechter gaat en die zij ziet afglijden. Die de strijd van zijn vader tegen haar versterkt overneemt. Waarmee zij het contact dreigt te verliezen. Waarvoor zij alles heeft gedaan om het tij voor hem te doen keren. Waarvan zij eigenlijk tegen beter weten in en met pijn in het hart afstand heeft genomen toen dat beter voor Sjoerd leek. En toen het desondanks weer gruwelijk misging, toen Sjoerd in de week voor Kerst 2016 zichzelf van het leven probeerde te beroven en zij weer naar de advocaat ging om een OTS te laten aanvragen, als laatste redmiddel. Om te bereiken dat Sjoerd misschien ergens zou worden opgenomen, weg bij zijn vader en oma, weg van de strijd tussen zijn ouders. En dat ondanks de wederom uitgesproken OTS het uiteindelijk toch definitief noodlottig afliep toen Sjoerd zichzelf op 14 juni 2017 het leven benam, daar op zijn jongenskamer, bij zijn computer.
Het is allemaal mislukt. Haar eerstgeborene, waarvan zij pas later echt als een eigen kind heeft leren houden, is dood. Niemand heeft hem kunnen redden. Ook zij niet.
Waarom hebben ze haar opgehaald? Waar Wouter bij was? Waarom niet gewoon uitgenodigd? Ze was zeker gekomen. Waarom?
Nu zit zij hier. Om 9:45 is de advocaat gekomen. Het verhoor begint om 10:19. Twee agenten tegenover haar. Klein, beetje groezelig kamertje. De advocaat naast haar. Het verhoor wordt opgenomen, wordt haar gezegd. “Je wordt verdacht van kindermishandeling van je zoon Sjoerd. Sjoerd heeft aangifte gedaan. De aangifte gaat over de periode 2 maart 2002 tot 2 maart 2009 waarin dit gebeurd zou moeten zijn. Sjoerd is hierna bij zijn vader gaan wonen. Sjoerd doet aangifte van fysieke en geestelijke mishandeling. Is het duidelijk waarvan je verdacht wordt?”
Het verhoor duurt tot vier uur ’s middags. De advocaat vertrekt om 11:58. Het is allemaal
opgeschreven.
Ze vertelt haar verhaal aan de man en de vrouw van de politie. Over de ellende tijdens het huwelijk, over hoe ze Sjoerd zag afglijden. Hoe hij door zijn vader werd verstikt, dat hij niet naar buiten ging en niet op een sport zat, door zijn vader heen en weer naar school werd gebracht. Over haar machteloosheid en het verdriet over Sjoerd. Haar oudste zoon, waar ze eigenlijk al sinds 2013 geen normaal contact meer mee kon krijgen en haar pogingen om het ten goede te keren.
Het is een moeilijk verhoor. De ene na de andere beschuldiging die zij moet weerleggen. Urenlang gaat het door. De politieman wil eigenlijk alleen maar horen dat zij Sjoerd heeft mishandeld. Hij neemt dit als het ware als vaststaand aan. Geen twijfel over mogelijk.
Dan naar de cel. Kale betonnen ruimte. Alleen. Geluiden van andere gevangenen. Soms gebonk. Geschreeuw. Voetstappen. Het luikje gaat open. Eten. Hoe zou het thuis zijn. Wat zouden de kinderen denken. Hun moeder meegenomen door de politie. De schaamte. De tijd die zonder houvast verstrijkt. Hoe laat is het? Hoe kan het dat het zover is gekomen. Haar oudste zoon dood en zij in de cel. Het voelt alsof zij van moord wordt beschuldigd. Dat het haar schuld is. Dat zij hem tien, vijftien jaar geleden mishandeld zou hebben. En dat hij daarom zelfmoord zou hebben gepleegd. Of eigenlijk dat zij hem zou hebben vermoord. Dat was ook waar Sjors haar gelijk als van beschuldigde, na de fatale dag in juni 2017. Ze moet haar gedachten op orde krijgen, de tijd van vroeger terughalen. De tijd die ze dacht te kunnen vergeten. Morgen zal ze alles vertellen. Nog meer vertellen. Uitleggen hoe het echt gegaan is. Maar nu ze kan alleen maar huilen. Ze voelt de aanwezigheid van Sjoerd, daar, in die cel. In die nacht waarin ze niet kan slapen maar alleen maar kan huilen. Ze voelt de aanwezigheid van Sjoerd en dat hij niet wilde dat ze hier zit. Ze voelt zijn liefde voor haar. De slaap blijft weg. De nacht wordt weer dag. Ontbijt. Twee boterhammen en thee in een plastic bekertje. Luchten. De ochtend gaat traag en leeg voorbij. Dan wordt zij weer opgehaald. Nu is het alleen de vrouw die haar verhoort. 12:45, staat in het proces verbaal. Aanvang verhoor. Het zal tot vier uur ’s middags duren. De advocaat is er niet bij. Geen tijd. Ze vertelt het hele verhaal. Dat kan omdat de sfeer nu anders is. De man die er gisteren bij was en alleen maar wilde horen dat zij Sjoerd had mishandeld was er niet bij deze keer. Het vertellen gaat nu beter.
Hoe het werkelijk is gegaan. Geen mishandeling. Wel veel ellende in het huwelijk. Er altijd alleen voor staan. Een moeilijk kind dat vaak met zijn hoofd tegen de muur of de vloer bonkt. Zijn driftbuien waar zij geen antwoord op had. Haar destijds niet onderkende postnatale depressie. Veel stress van de verbouwing. Financiele problemen. Dat zij ondanks alles toch een goede en liefdevolle moeder voor Sjoerd probeerde te zijn. En dat zij pas na de geboorte van Wouter merkte dat zij wel nog iets kon voelen en hoe zij dat gevoel toen ook voor Sjoerd heeft gevonden. En hoe het verder allemaal is gegaan. Dat er geen sprake is geweest van mishandeling. Af en toe eens een tik op de billen, misschien eens per maand ofzo, uit machteloosheid.
Na het verhoor weer terug naar de cel. Dan naar huis. Opgehaald door haar partner. De stress houdt nog wekenlang aan. Twee weken niet in staat om te werken. Wouter waar zij zich zorgen over maakt. Die veel stiller is geworden. Aanhankelijker ook.
=================================
En nu zitten we hier, in de rechtszaal. We hebben het over iets wat volgens de officier van justitie tussen de 17 en 12 jaar geleden gebeurd is. Namelijk dat mijn cliënte haar zoon Sjoerd zou hebben mishandeld. Het staat niet op de dagvaarding dat ze hem vermoord zou hebben. Maar dat is wel wat zij voelt. Als Sjoerd zich niet van het leven beroofd zou hebben dan zou deze zaak hier niet gediend hebben, daar ben ik van overtuigd. De vader van Sjoerd en zijn moeder hebben na de scheiding in 2012 het beeld gecreeerd dat Sjoerd mishandeld zou zijn door zijn moeder. Sjoerd is daar in gaan geloven.
Toen de hulp voor Sjoerd voor het eerst in beeld kwam, in 2009 was mijn cliënte nog niet zo lang geleden er achter gekomen dat zij iets had gemist na de geboorte van Sjoerd. Gevoel namelijk. Een postnatale depressie, mogelijk ontstaan door de doodsangst die zij voor de baby en haarzelf heeft moeten doorstaan voor de bevalling. De deprimerende gezinssituatie daarna. Een kind met moeilijk gedrag, met autistische trekken. Een echtgenoot met borderline. Toen, na haar suicidepoging, kwam de hulp en raakte zij uit de inderlijke leegte van de depressie. Ze kon weer voelen. Ook leerde zij de liefde voor Sjoerd ervaren. Tot dan toe had zij zo goed en zo kwaad als dat ging hem geprobeerd liefdevol te verzorgen. Maar zelf ervaarde zij dat gevoel niet. Tijdens de gezinstherapie is haar innerlijke leegte besproken. Zij schaamde zich er voor. Een moeder moet toch tenminste iets voor haar kind voelen. Ze heeft daarvoor excuses gemaakt. Excuses voor iets waar zij niets aan kon doen. Maar misschien zou het iets helpen voor Sjoerd, voor zijn problemen.
Over de behandeling werden rapporten geschreven. In die rapporten wordt opgeschreven dat moeder geen liefde voor haar zoon kon voelen. Door de jaren heen kwamen er nieuwe rapporten, waarin telkens wordt voortgebouwd op delen van de het oude rapport. Al snel is de mogelijke verklaring voor de geestelijke toestand van Sjoerd het gebrek aan liefde van zijn moeder, die hem afgewezen zou hebben. Later komt de veronderstelde mishandeling er bij. Er komen nieuwe rapporten en behandelaars, de mishandeling wordt gekopieerd en herhaald. Een verklaring voor het gedrag van Sjoerd. Dat moet toch ergens vandaan komen. Mishandeling door zijn moeder, jarenlang, als baby al. Afgewezen door zijn moeder.
Moeder ontkent. Ze heeft Sjoerd als peuter wel een een tik op de billen gegeven. Gewoon, een tik met de vlakke hand. Niet een die pijn doet maar een die hij net voelt. Om zijn aandacht te trekken. Om tot hem door te dringen als hij weer eens een onbegrijpelijke driftbui had. Met zijn hoofd op de vloer bonkte. Bijvoorbeeld als zijn speelgoedautootjes niet in precies de juiste volgorde stonden en in de juiste lijn. Waarna hij zijn speelgoed door de kamer gooide. Soms werd het haar te veel. Er alleen voor staan ook. Ze heeft hem wel eens een stom kind genoemd, als hij weer eens met ziij hoofd tegen de muur had gebonkt. Uit machteloosheid. Een gebrek aan woorden om zichzelf juist uit te drukken. Afgewezen dat betekent dat zij wel eens alleen wilde zijn als het haar teveel werd. Dat zij Sjoerd er dan even niet bij kon hebben. Dat Sjoerd dan even met zijn vader moest doen, als die er was. Dat was het afwijzen. Dat elke keer zonder context door wordt gekopieerd in elk rapport. De context is dan snel ingevuld.
Nadat vader bij zijn moeder is gaan wonen gaat Sjoerd aanvankelijk nog heen en weer tussen het huis van zijn oma en dat van zijn moeder. Zijn moeder wil echter dat hij naar buiten gaat, naar sport gaat, minder enge spelletjes speelt op zijn computer. Ergens in 2012 heeft Sjoerd daar genoeg van. Hij maakt ruzie met zijn moeder en vertrekt naar oma. Daar mag hij wel zijn enge computerspelletjes spelen en daar hoeft hij niet naar buiten en naar sport. Later wordt moeder verweten dat zij Sjoerd weggestuurd zou hebben. Niets is echter minder waar.
Wat wel waar is, is dat het voor de kinderen schadelijk moet zijn geweest hoe de ouders met elkaar omgingen. Ze zullen onvermijdelijk schade hebben opgelopen door de scheiding. Door de strijd later. De strijd van vader om geen alimentatie te hoeven betalen en de strijd van moeder om het welzijn van haar kinderen. Wouter zal daar schade door hebben opgelopen. Sjoerd zal daar schade door hebben opgelopen. Vader en moeder hebben daar schade door opgelopen.
Maar met Sjoerd is meer aan de hand. Kind eigen problematiek, zoals dat heet. Stoornis in het autisme spectrum. PPD NOS. Al als peuter bleek dat er iets anders aan hem was. Iets dwangmatigs. Later werd het erger. Eerst kreeg het hele gezin therapie. Dat hielp even. Daarna, toen de problematiek van Sjoerd in volle omvang duidelijk werd kreeg hij alleen therapie. En therapie samen met zijn vader. De ouders gaan scheiden. Daarna een ots omdat Sjoerd niet meer naar zijn moeder wil.
De raad constateert dat er bij Sjoerd sprake moet zijn van kind-eigen problematiek maar het verhaal van vader en oma over de mishandeling wordt ook vermeld. De Raad en later Jeugdzorg menen dat er gewerkt moet worden aan contactherstel tussen Sjoerd en zijn moeder. Iets waar vader in het geheel geen trek in heeft. Sjoerd krijgt een psycholoog bij Lucertis, waar hij en vader veelvuldig contact mee hebben en moeder eigenlijk in het geheel niet. Deze gaat mee in het verhaal van vader en oma. Sjoerd wordt op zijn b***t ook meegenomen door de verhalen van vader en oma en geeft daar zelf ook nog eens een eigen invulling aan. De psycholoog gaat mee in het verhaal van de mishandeling. Meent dat contactherstel niet aan de orde moet zijn. Samen maken ze een plan om de gezinsvoogd uit te schakelen door de OTS er af te krijgen. Vader kan slecht overweg met de opeenvolgende gezinsvoogden, omdat deze niet helemaal met hem meegaan in wat volgens vader goed is voor Sjoerd. Uiteindelijk lukt het niet om de OTS er af te krijgen maar het lukt wel om de gezinsvoogd wat meer op de achtergrond te krijgen. Het contactherstel verdwijnt naar de achtergrond (door het advies van mw. Stapel aan de rechter) en moeder legt zich daar machteloos bij neer. In de wetenschap dat het verblijf van Sjoerd bij zijn vader en oma hem alleen maar meer zal schaden. Ondertussen speelt vader met de gedachte aan de aangifte wegens mishandeling om zo zijn doel te bereiken en Sjoerd meent dat de aangifte mogelijk een oplossing zal zijn voor zijn geldproblemen.
Dan stopt de behandeling door GZ psycholoog mw Stapel. Er komt een nieuwe behandelaar, psychiater Krom. Sjoerd gaat achteruit. Doet een suïcidepoging. Volgens vader was de directe reden dat Sjoerd 3 weken daarvoor bij zijn moeder was geweest. Sjoerd geeft echter aan dat de reden was dat hij direct daarvoor ruzie had gehad met zijn vader omdat deze zijn broer Wouter in financiële zin voor zou trekken.
Vader stuurt moeder na Sjoerds suïcidepoging een aantal berichten waar de honden geen brood van lusten. Vader zal moeder afslachten en dergelijke. ”Het jij enig idee wat je Sjoerd aandoet? Stront is meer waard dan jou! Van mij mag je doodvallen gezwel! Sjoerd heeft zelfmoordneigingen. Met spoed naar zijn psycholoog. Gaat iets beter nu. Schaam jij je niet. Als hij zelfmoord pleegt dan slacht ik je af als een beest!!!! In ben boos LEUGENAAR! JE HOORT IN DE GEVANGENIS!” Mijn cliënte: “De enige help dat Sjoerd beter wordt is dat hij uit van dat huis. Jullie zijn psychische patiënten. Een gezonde omgeving met gezonde gedachten Sjoerd nodig. Ik heb aangifte gedaan van bedreiging. De problemen van Sjoerd begonnen na de scheiding. Hij is zijn moeder kwijt terwijl hij hard nodig is.”.
Na deze poging doet moeder een laatste wanhopige poging om Sjoerd te redden door een verzoek in te dienen Sjoerd opnieuw onder toezicht te stellen. Met de gedachte dat er dan mogelijk een uithuisplaatsing of opname zou komen zodat Sjoerd niet meer continu gevoed zou worden met de negatieve gedachten van zijn vader en oma over haar.
Pagina 10 van het FARR rapport: Februari 2017 komt de nieuwe gezinsvoogd in beeld. Zij overlegt met psychiater Krom. Vermeld wordt: Dilemma uitgelegd dat vader en moeder iets anders voor ogen hebben, beide moeten toestemming geven. Daarnaast verschil in visie. Opname? Poliklinisch? Maar ook diagnostisch. Dhr Krom heeft bewust de diagnose PTSS niet opnieuw gesteld, zijn uitgangspunt was de pervasieve ontwikkelingsstoornis1. Mw C. Stapel ging meer in op Sjoerds belevingswereld en trauma. Vader kan zich hier ook meer in vinden. Sjoerd voelde zich gehoord. Dhr Krom noemt dat hij ziet dat Sjoerd zich kan vastklampen aan gesprekken. Dhr Krom ervaart dat vader Sjoerd te weinig afgrenst.
Uiteindelijk wordt aangestuurd op een behandeling bij Jutters en zowel vader als moeder geven daarvoor toestemming. Daaronder staat: Ouders staan er nog steeds hetzelfde in als ten tijde van ons telefoongesprek. Vader is het niet eens met een eventuele plaatsing, moeder wel. Moeder geeft te kennen dat Sjoerd hulp nodig heeft en de ruimte moet krijgen om dit in een neutrale omgeving toe doen, zonder druk van vader. Dhr Krom is van mening dat dit ook ten goede zou komen voor Sjoerd. Vader geeft aan dat Sjoerd niet zonder hem kan en dus niet bij hem weggehaald kan worden voor behandeling.
CONCLUSIE – AANMELDREDEN -Net 15 jarige jongen, gescheiden ouders, die wordt aangemeld door Lucertis, nadat Sjoerd en vader geen gezamenlijke behandelvisie ervoeren met dhr Krom. Sjoerd is al lang bekend in de hulpverlening, in een oud dossier wordt gesproken over PTSS en hechtingsproblemen. Bij Lucertis is in 2016 een pervasieve ontwikkelingsstoornis gemeld. Ouders hebben een andere visie wat er nodig is. Zou een startvraag kunnen zijn om open te kijken wat speelt en welke behandeling daar passend bij is?
(De pervasieve ontwikkelingsstoornis staat ook bekend met de meer bekende term PDD-NOS. Deze Engelse afkorting (Pervasive Development Disorder Not Otherwise Specified) betekent in het Nederlands: Pervasieve ontwikkelingsstoornis, niet anders omschreven). Het is een vorm van autisme. Omdat iemand niet exact en volledig voldoet aan alle criteria van autisme, maar aan een aantal, is er indertijd een aparte ‘categorie’ ontstaan.)
De vraag is of Sjoerd nog te redden zou zijn. Er speelde bij hem immers veel meer dan de ingebeelde mishandeling door zijn moeder of het probleem van zijn vader over de alimentatie die deze niet wilde betalen.
Sjoerds suïcide lijkt te zijn voortgekomen uit een impuls naar aanleiding van een ruzie met een van zijn beste vrienden over een gezamenlijke vriendin die het contact met hem verbreekt. Dit blijkt uit de aan het dossier toegevoegde app conversatie van vlak voor zijn zelfdoding.
Ik heb het idee dat Sjoerd uiteindelijk op een punt was aangekomen waarbij elke kleine of grote tegenslag hem fataal zou kunnen zijn geworden. Helaas is het zo dat zelfdoding ook onder jongeren te vaak voorkomt. In 2017 maar liefs 81 keer. In totaal vonden er 1917 zelfdodingen plaats in 2017. Het is niet altijd te voorkomen. Er is meestal niet een duidelijke reden voor aan te wijzen. Sjoerds zelfdoding hoeft niet het gevolg te zijn geweest van de problemen tussen de ouders. Hij heeft daar echter wel brandstof aan kunnen ontlenen voor zijn obsessieve gepieker. De informatie over zijn moeder waarmee hij door oma en vader werd gevoed zal ook niet geholpen hebben om het beter te maken allemaal. Maar ook zonder dit zou Sjoerd waarschijnlijk wel iets gevonden hebben om over te piekeren.
Uit de rapportage blijkt dat vader er alles aan gedaan heeft wat in zijn macht lag om Sjoerd te helpen. Maar ook duidelijk is dat hij niet bij machte was om de zaak niet vanuit zijn eigen, verwrongen perspectief te zien. En dat hij daardoor onbedoeld de zaak heeft gecompliceerd.
Hoe anders zou het zijn geweest als er wel gewoon contact zou kunnen zijn tussen de beide gescheiden ouders. Als zij een lijn zouden hebben kunnen trekken. Als vader Sjoerd niet zou hebben betrokken bij zijn strijd tegen moeder om de alimentatie. Moeder stond vanaf 2013 aan de zijlijn. Zag het misgaan. Maar of dit Sjoerd uiteindelijk had kunnen redden? Zou een opname hem hebben kunnen redden. Uiteindelijk? Ik vraag het mij af.
De zelfdoding van Sjoerd loopt als een rode draad door dit dossier. Op de dagvaarding zien we dit echter niet terug. We zien een poging tot het opzettelijk toebrengen van zwaar geestelijk letsel dan wel een eenvoudige (geestelijke) mishandeling gepleegd tegen een huisgenoot, vervolgens een eenvoudige fysieke mishandeling en tenslotte het in hulpeloze toestand brengen door een moeder van haar kind.
Ik meen dat geen van de onderdelen van de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen kan worden. Er is namelijk in het geheel geen sprake geweest van mishandeling, geestelijke dan wel lichamelijk of van het brengen in een hulpeloze toestand.
Zoals hiervoor betoogd heeft mijn cliënte er alles aan gedaan om het Sjoerd aan niets te laten ontbreken. Zij heeft hem ondanks de voor haar uiterst moeilijke omstandigheden verzorgd zoals een moeder dat behoort te doen. Zij heeft Sjoerd niet uitgescholden of gekleineerd. Zij heeft er juist alles aan gedaan om hem zelfvertrouwen te geven en hem het gevoel te geven dat hij geliefd was. Ook al voelde zij helemaal niets meer van binnen. Ook al was Sjoerd een moeilijk kind dat haar af en toe tot wanhoop bracht, alleen er voor staand zonder steun in de rug van haar man. Ja, ze heeft hem af en toe een tik op de billen gegeven, als ze radeloos was een geen ander middel zag om tot hem door te dringen als hij weer eens een bui had waarbij hij met zijn hoofd tegen de grond lag te bonken of niet meer wilde stoppen met krijsen. Omdat bijvoorbeeld zijn speelgoedautootjes niet precies op een lijn stonden. o.i.d.. Juridisch is er daarbij geen sprake van mishandeling maar een middel dat een met het gezag en de verantwoordelijkheid voor een kind belastte ouder kan gebruiken als uiterste middel om door te dringen bij een kind dat zich afsluit voor woorden. Bovendien waren de tikken niet bedoeld om pijn te doen en dat deden ze ook niet maar om binnen te komen bij Sjoerd. Juridisch: er was geen opzet tot mishandeling en bovendien kan pijn niet bewezen worden. Sjoerd weet helemaal niets van wat er volgens zijn vader en oma gebeurd zou zijn en oma en vader hebben hun eigen agenda zoals in het voorgaande aangetoond. Bovendien verklaren zij nooit zelf een mishandeling gezien te hebben. Verder heeft voor de problemen tussen vader en moeder begonnen nooit iemand melding gemaakt van een mishandeling. Ook op de chreche, de voor- en buitenschoolse opvang, op school of bij de sport is er nooit iemand geweest die even Veilig Thuis heeft gebeld, of het toenmalige AMK (Advies en Meldpunt Kindermishandeling). Nooit heeft iemand iets opgemerkt. Sjoerd deed het goed op school, daarvan getuigen ook zijn schoolrapporten.
We hebben op de aan het dossier toegevoegde foto’s en in het filmpje kunnen zien hoe mijn cliënte was met haar kinderen, hoe de interactie met Sjoerd was. De beelden staan in schril contrast met het door vader en oma geconstrueerde beeld.
Misschien is het ook nog goed om te vermelden dat uit de rapportage over mijn cliënte van psychiater R. en van psycholoog mw R. niets blijkt van een stoornis bij mijn cliënte die mogelijk het gedrag waarvan zij wordt beschuldigd zou verklaren. Mijn cliënte functioneert goed, zij is uitstekend in staat haar kinderen te verzorgen en heeft haar weg in Nederland gevonden. Ook uit het reclasseringsrapport blijkt niets dat er op duidt dat er iets mis zou zijn met mijn cliënte. Alleen problemen in de relatie met haar ex-echtgenoot.
Evenmin kan bewezen worden dat mijn cliënte Sjoerd opzettelijk mishandeld zou hebben door hem te kleineren of uit te schelden op de wijze zoals door het om tenlastegelegd. Mijn cliënte heeft wel een een enkele keer ‘stom kind’ gezegd, omdat hij niet zo raar moet doet, zijn hoofd tegen de muur laten bonken en zichzelf pijn doen. Deels uit onmacht en omdat zij toen niet de juiste Nederlandse woorden kon vinden.
Tenslotte kan op geen enkele wijze bewezen worden dat mijn cliënte haar zoon Sjoerd opzettelijk in een hulpeloze toestand heeft gebracht. Zij heeft Sjoerd met alles wat zij in zich had uitstekend verzorgd en er voor gezorgd dat hij niets te kort kwam. Ondanks haar eigen problemen en eigenlijk was zij ook de enige die voor Sjoerd zorgde.
Ik verzoek u dan ook mijn cliënte vrij te spreken.